Wonderen in water

Water is het hoofdbestanddeel van het menselijk lichaam. De totale hoeveelheid van vocht in het lichaam hangt af van het gewicht, de leeftijd, het geslacht en de lichaamssamenstelling.

Embryo's : meer dan 80 % van het lichaamsgewicht

Zuigelingen : ± 75 % van het lichaamsgewicht

Mannen : ± 60 % van het lichaamsgewicht

Vrouwen : ± 55 % van het lichaamsgewicht (*1, *2 )

(*1) Vrouwen hebben proportioneel meer vet in hun lichaam, zij beschikken over minder vetvrije massa.

(*2) Zowel bij mannen als bij vrouwen neemt de hoeveelheid vocht af met het ouder worden.

Het watergehalte van verschillende lichaamsorganen loopt eveneens sterk uiteen (Askew)

  • Weefsel :Water (%) 
  • Vetweefsel:10
  • Skelet:22
  • Lever:68 
  • Huid:72 
  • Darmen:74
  • Hersenen:75
  • Spieren:76 (*3) 
  • Milt:76
  • Longen:79
  • Hart:79
  • Nieren:83
  • Bloed :83

 

(*3) Meer gespierde personen bevatten meer water per eenheid lichaamsgewicht dan hun collega's niet-sporters omdat spierweefsel ongeveer 3 maal meer water bevat dan vetweefsel.

Het water in het lichaam komt hoofdzakelijk voor in 2 compartimenten:

In de cellen: als bestanddeel van het vocht in de cellen (intracellulair), dit is ongeveer 62 % van het lichaamswater. Deze vochtgroep omvat ook de waterige oplossingen van de rode bloedlichaampjes.

Tussen de cellen : als bestanddeel van het vocht buiten de cellen (extracellulair), dit is ongeveer 30 % van het lichaamswater.

De samenstelling van het extracellulaire vocht dat de cellen omringt is relatief constant ondanks de verscheidenheid in soorten cellen en celfuncties.

Het extracellulaire vocht wordt verder opgedeeld in vocht dat terug te vinden is tussen de weefsels en vocht als onderdeel van het bloedplasma.

Sommige wetenschappers onderscheiden een derde compartiment: het lichaamswater dat aanwezig is in het overige lichaamsvocht en verschillende smeerstoffen (bv. darmvocht, oog- en oorvocht), in het bindweefsel en het beenmerg. Dit omvat ongeveer 10 % van het lichaamswater. 

Communicatie tussen de verschillende vochtcompartimenten

De 2 hoofdcompartimenten, het intra- en het extracellulaire vocht, worden van elkaar gescheiden door half doorlaatbare (semi-permeabele) membranen. Wanneer het nodig is, laten zij water door. Deze membranen zorgen ervoor dat slechts bepaalde stoffen van de ene ruimte naar de andere kunnen worden getransporteerd

 Dankzij de voortdurende uitwisseling van water en bepaalde andere voedingsstoffen tussen de diverse ruimten wordt het interne evenwicht in het lichaam verzekerd, dat ervoor zorgt dat alle cellen optimaal kunnen werken.

Vitale functies van water

 Water kreeg tot op heden weinig aandacht als voedingsstof. Het speelt nochtans een belangrijke rol in de meeste van onze lichaamsfuncties.

1. Bouwstof

Het vocht in de cellen (intracellulaire vocht) kan worden beschouwd als een belangrijke bouwstof van de cellen. 

2. Transportmiddel

Binnen het vaatstelsel vervoert water aminozuren, glucose, vetzuren, vitaminen, mineralen en andere voedingsstoffen via de bloed- en lymfebanen naar de diverse weefsels en cellen in het lichaam. De eindproducten van de stofwisseling zoals ureum en CO 2 worden eveneens via het bloed langs de nieren en de longen verwijderd of via klieren zoals de zweetklieren. 

In het vochtcompartiment buiten de cellen, buiten het vaatstelsel, vormt water het transportmiddel van voedingsstoffen naar de celinhoud en van afvalstoffen of metabolieten afkomstig uit het celmateriaal naar de bloedvaten. Zonder dit transportsysteem zou het lichaam niet kunnen functioneren. 

3. Oplosmiddel

De reacties in een levende cel spelen zich af in een waterige oplossing. De aanvoer van voedingsstoffen naar de cel en het wegvoeren van metabolische producten uit de cel zijn mogelijk dankzij het oplossend vermogen van water. Opgelost in water blijven eiwitten en andere bestanddelen bovendien behouden in een voor de levensverrichtingen optimale toestand zodat het lichaam optimaal kan blijven presteren.

Water zorgt er als bestanddeel van speeksel en waterige oplossingen van maag en darm voor dat het ingenomen voedsel kan worden gemengd en verteerd.

Als bestanddeel van bloed doet water ook dienst als oplosmiddel voor o.a. hormonen en antilichamen die moeten worden getransporteerd van de respectievelijke aanmaakplaatsen naar de plaatsen waar zij moeten optreden.

4. Warmteregulator

Water circuleert als bestanddeel van bloed in het vaatstelsel en houdt hierbij de lichaamstemperatuur binnen nauwe grenzen. Bij een te hoge warmteproductie zorgt water voor een afgifte van warmte via verdamping langs het huidoppervlak (transpiratie) en de adem. Water kan zeer veel warmte opslaan omdat de temperatuur van water slechts langzaam verandert. Deze eigenschap als warmtebuffer belet dat de warmte die vrijkomt bij de celwerking de temperatuur in de cellen zou doen oplopen.

Tijdens het verwerken van de energieleverende voedingsstoffen (vetten, eiwitten, kool-hydraten en alcohol) en bij het gebruik van de spieren wordt zeer veel warmte geproduceerd. Om te verhinderen dat bepaalde enzymen of structurele eiwitten zouden worden beschadigd, wordt alle warmte onmiddellijk verdeeld over het lichaamsvocht. Een deel van deze warmte is nodig voor het behoud van de lichaamstemperatuur. De rest moet worden afgescheiden.

Hoewel er ook een kleine hoeveelheid warmte verloren gaat via het directe contact van het lichaam met de lucht, gebeurt de meest effectieve warmteafscheiding via het huidoppervlak (transpiratie). Om de overgang van vloeibaar water naar gas te realiseren, wordt de af te voeren warmte als energiebron gebruikt. Een liter water verliezen via transpiratie vraagt 600 kcal warmte-energie. Het lichaam in normale omstandigheden koel houden door transpiratie vraagt per dag gemiddeld 25% van het totale energieverbruik. Zwaar sporten zal de warmtelast en de daarmee gepaard gaande waterverliezen sterk opdrijven.

 Het onderhuidse vet vormt een beperkende factor voor de snelheid waarmee ons lichaam warmte verliest. Dit is een voordeel in koude omstandigheden, maar een nadeel in warme condities. De snelheid waarmee het warmteverlies optreedt, hangt mede af van het bloedvolume maar ook van hoe dicht het warme bloed zich bevindt bij het huidoppervlak.

Zodra het lichaam te warm wordt, verwijden de bloedbanen onder de huid zich, wat een versnelling in de bloedstroom en bijgevolg ook in het warmteverlies teweegbrengt. De onderhuidse vetlaag van personen met overgewicht is dikker waardoor de bloedbanen verder afliggen van het huidoppervlak. Zij zullen zich daarom bij warm weer minder comfortabel voelen dan niet-zwaarlijvige personen.

 5. Partner in chemische reacties

Water speelt een rol in alle scheikundige reacties die in het lichaam plaatsvinden. De vertering van eiwitten, vetten en koolhydraten tot bruikbare bestanddelen die opgenomen kunnen worden hangt af van water als partner in de chemische reacties. Bij chemische reacties in de cel kan ook water worden gevormd.

6. Water beschermt

De aanwezigheid van water in en rond de lichaamsweefsels helpt het lichaam te beschermen tegen schokken. De hersenen, de ogen, het ruggenmerg en de foetus zijn voorbeelden van lichaamsstructuren waarvan de gevoeligheid afhangt van de beschermende waterlaag. 

Het water aanwezig in de speekselsappen maakt dat het ingenomen voedsel gemakkelijker kan doorglijden naar het verteringskanaal. Personen met een verminderde speekselafscheiding merken al snel dat het voedsel anders gaat smaken en moeilijker kan worden ingeslikt.

Het vocht dat van nature aanwezig is in de ledematen, de spieren en het bindweefsel minimaliseert ten slotte elke wrijving (smeerstof) en maakt zo bewegen gemakkelijker.

 

De waterbalans

 De waterbalans van een volwassen persoon in normale omstandigheden is hieronder weergegeven.

  • Opname van water per dag: Afvoer van water per dag
  • uit dranken:1000 à 1500 ml 
  •  via urinen:1000 à 1500 ml
  •  uit vast voedsel: 700 à 1000 ml 
  •  via de ontlasting:100 à 200 ml
  •  metabolisch water:300 à 500 ml
  •  via de adem:300 à 500 ml
  •  via transpiratie : 600 à 800 ml
  • TOTAAL:2000 à 3000 ml
  • TOTAAL: 2000 à 3000 ml

Onder normale omstandigheden is de waterbalans in evenwicht. Dit is niet toevallig maar het resultaat van een perfecte regeling. De opname van water wordt vooral geregeld door het dorstgevoel, de afvoer vooral door de nieren. Omdat het dorstgevoel ook wordt beïnvloed door uitwendige factoren, vormt de controle van het urinaire water echter het belangrijkste mechanisme dat de waterbalans regelt.

Het dorstgevoel ontstaat zodra de concentratie van vaste stoffen 1 % stijgt. Met het ouder worden vermindert het dorstgevoel. Senioren moeten daarom bijzonder alert zijn voor wat hun vochtinname betreft.

Opname van water

De belangrijkste waterleveranciers zijn dranken en vast voedsel. Het vochtgehalte van de vaste voedingsmiddelen in een gemiddelde voeding bedraagt ongeveer 70%. Hoewel er ook bij het overslaan van maaltijden voldoende water zou kunnen worden opgenomen, blijkt het toch enige moeite te kosten om op regelmatige tijdstippen te drinken. Onderzoek toont bovendien aan dat er minder wordt gedronken tijdens intensieve bezigheden en meer tijdens vrije momenten. 

De invloed van voedsel op de waterhuishouding van het lichaam

 De onderstaande tabel geeft aan hoeveel metabolisch water (= water afkomstig uit verbranding van voeding) er bij de vertering van eiwitten, vetten en koolhydraten wordt geproduceerd.

  • 1 g eiwitten
  • 1 kcal eiwitten (*)
  • 0,41 g metabolisch water
  • 0,10 g metabolisch water
  • 1 g koolhydraten
  • 1 kcal koolhydaten (*) 
  • 0,60 g metabolisch water
  • 0,15 g metabolisch water
  • 1 g vetten
  • 1 kcal vetten (*) 
  • 1,07 g metabolisch water
  • 0,12 g metabolisch water 
  • (*) 1 g eiwitten = 4 kcal
  • 1 g koolhydraten = 4 kcal
  • 1 g vetten = 9 kcal

Een gemiddelde Westerse voeding van 2400 tot 3000 kcal levert dus 330 tot 412 g metabolisch water indien het optimaal werd samengesteld, d.w.z. 10% eiwitten, 25% vetten en de rest in de vorm van koolhydraten.

 

Miraculous Messages from Water

Water is van essentieel belang voor alles wat op aarde leeft.

De water kwaliteit en de informatie de gezondheid laat te wensen over. Het aardoppervlak bestaat net zoals ons lichaam voor 70% uit water.

In onze directe omgeving is volop water voorhanden. Met de kwaliteit blijkt uit informatie over het water is het lang niet overal, al te best gesteld en we staan hier maar zelden bij stil.

De Oostenrijker Victor Schrauberger stelde begin vorige eeuw aan de hand van onderzoek vast, dat water fungeert als 'informatiedrager' en mogelijk beschikt over een vorm van 'geheugen.

Ook constateerde hij dat de kwaliteit van het water nauw samenhangt met de energetische waarde ervan, en dat die waarde bij water in een natuurlijke omgeving hoog is.

 De Japanner Maseru Emoto, die onderzocht al vele jaren water in relatie tot zijn omgeving.

Hij heeft het ook voor de mens weten zichtbaar te maken, hoe invloeden van buitenaf veranderingen veroorzaken in de molecuulstructuur van water.

Hij weet ons binnen te brengen in een wonderen wereld, waarin alles met alles samenhangt.

Lees meer over Water en Maseru Emoto in de onderstaande links.

 

 

voor meer leuke en fascinerende info kijk op,

http://www.denieuwedokters.nl/emoto.html

http://www.watercrystalstudy.com/

http://www.masaru-emoto.net/english/e_ome_home.html

&

http://www.fitplein.nl/items/water/water-in-het-lichaam.php