Herken communicatie patronen

Mentalistische taalkunde

De mentalistische taalkunde is een niet duidelijk omschreven opvatting binnen de verschillendebenaderingen van taal, volgens welke men taal dient te bestuderen met behulp van introspectie, in plaats van zich op de concrete communicatie te richten.

Het mentalisme in de linguïstiek is nauw verbonden met Noam Chomsky, die in zijn Skinner Reviewfulmineerde tegen de invloed van het behaviorisme binnen de taalkunde: de binaire analyse van taal als een stimulus-responssequens 1voldeed volgens Chomsky niet aan de essentiële vraag van de taalkunde, met name hoe het systeem in elkaar zit en hoe taal, als een van de menselijke faculteiten, functioneert. Hij borduurde hiermee voort op het (eveneens binaire) distributionalisme2, een structurele methode om talige patronen bloot te leggen, alsmede op het transformatiemodel van Harris3; in tegenstelling tot de traditionele structuralisten geloofde hij echter niet aan de representativiteit van corpora, daar deze niet alle mogelijk te genereren uitingen bevatten4. In dier voege introduceerde hij een vorm van cartesianisme in de linguïstieken de studie van de taalontwikkeling, dat zich bezint omtrent de theoretische syntactische mogelijkheden die de taal biedt, onafhankelijk van hoe ze in de reële communicatie voorkomt5. Dit cartesianisme is een soort mathematisch-mentale opvatting van taal gebleken.

Men dient mentalisme in de taalkunde geenszins met cognitivisme te verwarren: mentalistische taalkunde is een nadrukkelijk formeel soort benadering, die de voor het cognitivisme essentiële intersubjectiviteit inruilt tegen een universeel toepasbaar, sluitend systeem. Ofschoon de cognitieve plausibiliteit hiermee in principe niet strijdig hoeft te zijn, krijgt de stringente logica van de taal in het mentalisme steeds voorrang op het intuïtieve criterium.6

Naar gelang van hun mathematisch-introspectieve inslag zijn taalkundige modellen meer of minder mentalistisch.

[bewerken]Bemerkingen

1. Deze behavioristische invalshoek werd ondersteund door de analyse van Saussure: talige communicatie is niets dan een stimulus die uitgaat van een spreker, ontvangen wordt door een ontvanger en van hem/haar een respons uitlokt: het is, met andere woorden, een mechanistische visie op taal.
2. Martinets (een functionalist en dus antimentalistisch) voornaamste kritiek op distributionele taalkunde (zie ook aldaar) bestond erin, dat zij taal steeds als een vergelijking tussen twee elementen bestudeerde; regels werden door oppositie achterhaald. In dier voege schijnt het distributionalisme (op formeel talig niveau) eenzelfde simplificatie in haar benadering van taal te hanteren als het behaviourisme (in de sociaal-communicatieve sfeer).
3. Dat een voorloper van de Chomskyaanse TGG was — de vraag stelt zich of het concept van de transformatie, zoals in de taalkunde gehanteerd, niet symptomatisch voor mentalistische taalkunde is: transformaties veronderstellen immers een moeilijk pragmatisch aantoonbaar proces, en de moeilijkheid aan te tonen dat in de geest van een spreker daadwerkelijk transformaties plaatsgrijpen, leidt tot het afweren van dit concept in niet-mentalistisch geïnspireerde modellen. Onder een talig patroon begrijpe men: om het even welk patroon in een taal. Dit kan over dependentierelaties, modificaties en proposities in het algemeen gaan: de grondgedachte achter de transformationalistische opvatting is dat er een universele groep grammaticale patronen bestaat, die binnen één welbepaalde taal anders gerealiseerd wordt dan binnen een andere; de mechanismen aan wier hand deze universele structuren als grammaticale (id est, toelaatbare) structuren aan de oppervlakte komen, zijn de transformaties van de desbetreffende taal.
4. Zie: corpuslinguïstiek.
5. Eén van Chomsky's boeken is dan ook Cartesian Linguistics: vanuit een fundamenteel ongeloof aan de mogelijkheid om het hele grammaticale potentieel van een taal in het daadwerkelijke gebruik van die taal aan te treffen, keert de mentalistische taalkunde zich van corpusonderzoek af, en richt zich op een introspectief overpeinzen van hoe de regels van taal überhaupt in elkaar kunnen zitten; of een structuur al dan niet in de werkelijkheid voorkomt, doet dientengevolge vrijwel nooit ter zake. Hierin verschilt een mentalistische benadering radicaal van een pragmatische.
6. En zo komt het eveneens, dat vele mentalistisch georiënteerde analyses contra-intuïtief zijn: zo wordt b.v. op een semantisch niveau niet zelden vermoorden ontleed als veroorzaken niet levend te zijn. Vanuit een logisch perspectief is dit vanzelfsprekend aanzienlijk acceptabeler dan vanuit cognitieve overwegingen.

'

 

 

 

RomanW-01.png

Communicatie

Disambig-dark.svg Zie Communicatie (doorverwijspagina) voor andere betekenissen van Communicatie.

De uitwisseling van informatie tijdens het communicatieproces.

Communicatie is de productie, uitwisseling en betekenisgeving van boodschappen tussen mensen, die plaats vindt binnen een context van informationele, relationele en situationele factoren met als doel elkaar te beinvloeden[1]. Communicatie kan plaatsvinden met tekensystemen en andere uitdrukkingsvormen. Vindt de communicatie plaats via beelden, dan heet deze vorm visualisatie; denk aan diagrammenpictogrammen en kaarten.

Inhoud

 [verbergen]

[bewerken]Communicatieproces

Communicatie is een informatie-uitwisselingsproces. Het is een proces om kennis uit te wisselen. Communicatie bestaat uit de volgende stappen.

Communiceren = Info → coderen → zenden → ontvangen → decoderen → info
  • Coderen van informatie. Informatie dient bewerkt te worden voordat ze verzonden kan worden. Dit bewerken (coderen) van informatie kan op velerlei manieren. Taal is een voorbeeld van een communicatiecode. Belangrijk voor het gebruik van een code is dat de ontvanger deze code begrijpt.
  • Verzenden van de gecodeerde informatie. Het verzenden van de gecodeerde informatie kan op velerlei manieren plaatsvinden. Door middel van trillingen (geluid, spaak), met lichtsignalen (lasers, lichaamstaal) of met elektromagnetische straling. (radio).
  • Ontvangen van de gecodeerde informatie. Om de gecodeerde informatie op te kunnen vangen is een apparaat of orgaan noodzakelijk wat gevoelig is voor trillingen (oor), lichtsignalen (oog) en/of elektromagnetische straling (radio).
  • Decoderen van de ontvangen informatie. De ontvangen gecodeerde informatie dient, om verder bewerkt te kunnen worden, gedecodeerd te worden.
  • Terugkoppelen feedback van de ontvanger naar de zender. In eerste instantie dat het bericht is ontvangen, in tweede instantie dat de boodschap is begrepen en in derde instantie dat het gevraagde wordt uitgevoerd. Iemand kan bijvoorbeeld per e-mail een boek bestellen. Gebruikelijk is dat de zender dan een ontvangstbevestiging terug krijgt, met bijvoorbeeld een bestelnummer en de datum waarop de bestelling thuis wordt afgeleverd.

Als in het communicatie-proces één stap ontbreekt, dan vindt er geen communicatie (informatieoverdracht) plaats. Er is sprake van ruis als er bij het verzenden, ontvangen of decoderen iets mis gaat. Op sommige vormen van ruis hebben we zelf invloed, op andere niet. Wanneer er sprake is van ruis waar we zelf geen invloed op hebben, dan spreken we over externe factoren. Men kan hierbij denken aan een telefoonlijn waar storing op is, of een vliegtuig dat laag over vliegt. Indien er sprake is van ruis waar we wel invloed op hebben, dan spreken we over interne factoren. Hierbij kan men denken aan onduidelijk spreken en moeilijk taalgebruik.

[bewerken]Het slagen en mislukken van communicatie

Geslaagde communicatie: De bedoeling van de communicatie komt overeen met het effect. Met andere woorden: de bedoelde betekenis wordt opgemerkt door de ander.

Mislukte communicatie: De bedoeling en het effect van de communicatie zijn verschillend (en dat wordt niet opgemerkt).

[bewerken]Mogelijke uitdrukkingsvormen en een voorbeeld

Mogelijke uitdrukkingsvormen zijn met name pictogrammenfoto'sspraaktekstdiagrammen en kaarten. Deze worden in de context van communicatie gezamenlijk besproken bij: visualisatie. De communicatietheorie, en het proces zoals dat hierboven geschetst is tussen zender en ontvanger, is daar verder uitgewerkt. De ruis die een rol speelt bij communicatie wordt daar ook besproken: zowel de zender als de ontvanger hebben eigen mentale (en digitale) gegevensmodellen en visualisatiemodellen. Bij het beschrijven van de werkelijkheid levert dat een ruis op.

  • Zo wordt bij (geo-)visualisatie in het algemeen voor bebouwde kommen oranje gebruikt (coderen). Interpreteert iemand oranje anders (decoderen), dan komen de (mentale) visualisatiemodellen van zender en ontvanger niet overeen en bevat de kaart als uitdrukkingsvorm onbedoelde ruis.
  • Een ander voorbeeld: In het diagram/schema van dit artikel worden pictogrammen gebruikt; het i-tje stelt (logischerwijs) informatie voor. Het staat er nota bene onder nogmaals vermeld om ruis te voorkomen. Een goede lezer leest het schema zo snel. Een 'mindere' of 'onzekere' lezer kan het schema met wat meer tijd, en zonder expliciete legenda waarschijnlijk toch goed lezen. Dit schema is een goede uitgevoerde uitdrukkingsvorm. Wel is 'goede communicatie' een relatief begrip. De theorie is universeel, het plaatje niet. Bij het pictogram 'zenden' is gebruikgemaakt van een zendmast. De brede doelgroep van Wikipedia (ouder dan 8 jaar?, achter de PC en dus 'digitaal-minded'?) zal dit symbool van een zendmast herkennen, en als abstract symbool ook begrijpen. Echter, is men niet bekend met media en tv, zoals er in Afrika nog culturen zullen zijn, dan zal dit schema niet duidelijk zijn. Men zal voor die doelgroep andere symbolen moeten kiezen, wellicht een trommel in plaats van een zendmast en een hand achter het oor. Op die wijze wordt de figuur universeler. Gegeven de doelgroep is de figuur niettemin toereikend.

[bewerken]Geschiedenis van de communicatie

Al van oudsher hebben mensen contact met elkaar onderhouden. De vorsten en satrapen in de Perzische oudheid waren doorgaans in enkele dagen op de hoogte van wat zich ver van hun paleizen of regeringsgebouwen afspeelde. Met of zonder paard repten ijlboden zich van veldheer naar heerser en omgekeerd. Korte boodschappen werden doorgaans mondeling overgebracht. Langere berichten en vertrouwelijke post gingen schriftelijk: op klei- of wastabletten, stenen 'tafels' dan wel papyrusrollen. De bekendste van alle boden was zeker Pheidippides, de eerste 'marathonloper'. Als gelegenheidsbode zou deze Griekse infanterist na een veldslag de 42 kilometer tussen Marathon en Athene rennend hebben afgelegd. Volgens de overlevering had hij nog maar net de adem om zijn boodschap uit te spreken, voordat hij dood neerviel. Die boodschap was gelukkig kort en eenduidig: we hebben gewonnen.

[bewerken]Communicatie in middeleeuws Europa

Communicatie in de Middeleeuwen bleef meestal beperkt tot een kleine, begrensde eenheid. middeleeuwse mens behoorde immers tot kleine, vaak corporatieve kringen. Vooral in de landelijke gemeenschappen waren orale en non-verbale communicatievormen toonaangevend. In die gemeenschappen werd kennis niet bewaard en doorgegeven door middel van het schrift, maar wel door het aan het collectieve geheugen toe te vertrouwen. De meeste volksverhalen en liederen werden daarom in dichtvorm voorgedragen, op die manier konden ze makkelijker onthouden worden. De literatuur in de volkstaal uit de vroege Middeleeuwen werd pas in de 11de-13de eeuw op schrift gesteld. De orale en non-verbale vormen van communicatie die in het weinig geletterde middeleeuws Europa de bovenhand hadden, waren van erg verschillende aard: liederen, volksverhalen, preken, rituele optochten, toneelopvoeringen, schilderijen en glasramen in kerken, gebaren, enzovoort.

Toch waren er ook in de Middeleeuwen communicatiekanalen die langere afstanden wisten te overbruggen, ondanks het ontbreken van een geregeld, georganiseerd systeem. Zo waren er rondreizende zangers (troubadours). In hun liederen op rijm werd regelmatig historische en politiek actuele informatie verwerkt. Ook pelgrims brachten nieuws mee uit verre streken. Bovendien stonden middeleeuwse vorsten met elkaar in verband door middel van officiële gezantschappen of gewone bodes.

Alles bij elkaar genomen bleef communicatie over de lange afstand in de Middeleeuwen een traag proces. Die traagheid leidde tot vervormingen en geruchten. Zo bereikte het bericht van de dood van keizer Frederik Barbarossa in Klein-Azië (juni 1190) het Duitse Rijk pas na vier maanden. In de 12e eeuw werden rooksignalen voor het eerst gebruikt. Indianen gebruikten het om met behulp van heel simpele signalen met elkaar te communiceren. In diezelfde eeuw werden ook postduiven ingezet voor communicatie.

Op het niveau van de geleerde wereld kwam bij het bewaren en verspreiden van kennis een belangrijke rol toe aan het handgeschreven boek (codexmanuscript). De middeleeuwse kloosters hebben in dit opzicht een ware pioniersrol vervuld. De Heilige Benedictus van Nursia was de geestelijke vader van het bibliotheekwezen. Zijn befaamde regel bepaalde onder meer dat elke monnik elke dag een aantal uren aan lectuur moest besteden. Daarom diende elk klooster over een bibliotheek te beschikken. Ook werden in de middeleeuwse kloosters handschriften vervaardigd en overgeschreven. Dit gebeurde in het scriptorium.

In de late Middeleeuwen nam de vraag naar handschriften nog toe. Onder de geletterde burgerij in de steden was er een groeiende vraag naar boeken. De scriptoria in de kloosters waren onvoldoende uitgerust om aan die vraag te voldoen. Vandaar dat in de steden ook lekenscribenten zich gingen toeleggen op het kopieerwerk. Ook in technisch opzicht zorgden de late Middeleeuwen voor vernieuwing. Er werd niet alleen meer geschreven op perkament maar ook op het goedkopere papier dat een Chinese uitvinding was.

[bewerken]Communicatie na de uitvinding van de boekdrukkunst

Rond het midden van de 15de eeuw introduceerde Johannes Gutenberg te Mainz een drukprocedé waarbij gebruik werd gemaakt van losse letters. Op dat moment was de techniek van de blokdruk reeds enkele decennia in gebruik. Het cruciale van Gutenbergs uitvinding lag in de creatie van een procedé om eenvormige losse metalen letters te gieten. De karakters (letters, cijfers of leestekens) moesten immers onderling verwisselbaar zijn. Zodra men de door Gutenberg toegepaste stappen beheerste, kon men van één vel of pagina een enorm aantal identieke exemplaren drukken. Het voordeel was dus dat voor elke pagina niet telkens een nieuwe pagina moest uitgesneden worden in een houtblok. Dit bracht belangrijke tijdwinst met zich mee. Daar waar Gutenberg de diverse technische procedés zelf beheerste en uitvoerde, kwamen reeds in de 16e eeuw lettergieters, zetters en drukkers in dienst die elk een afzonderlijk stadium van het proces voor hun rekening namen.

De oudste gedateerde druk die van Gutenbergs drukpers kwam, was een aflaatbrief uit 1454.

Er wordt algemeen verondersteld dat het gedrukte boek een maatschappelijke impact uitoefende. Het veroorzaakte immers een belangrijke vooruitgang op het vlak van de informatie- en kennisverspreiding. De maatschappelijke consequenties van deze omwenteling reikten echter veel verder dan de beperkte geleerdenwereld (het overgrote deel van de bevolking was analfabeet). Zo zou de boekdrukkunst een belangrijke rol gespeeld hebben bij de verspreiding en de doorbraak van de Reformatie

[bewerken]Onderwerpen met betrekking tot communicatie

[bewerken]Algemeen

[bewerken]Soorten communicatie

[bewerken]Zie ook

Wikimedia Commons
Referenties
  1.  Reijnders, 2002

'

lichaamstaal.nl

Bodycom Lichaamscommunicatie

lichaamstaal.nl

Bodycom Lichaamscommunicatie