Het spel des levens: Kosmische wetten.
Het Spel des Levens
Om het Spel des Levens te gaan begrijpen, is het goed om eerst kennis te nemen van de regels van dit spel. Dit zijn de Cosmische Wetten die altijd en overal in de gehele Cosmos gelden en waar niets of niemand zich aan kan onttrekken.
De Regels van het Spel des Levens
De werking van de Cosmische Wetten is gebaseerd op onze intentie. Ons feitelijk gedrag is daarbij van ondergeschikt belang. Wanneer we stelen van een ander, dan zijn we volgens de Nederlandse wet strafbaar, los van onze intenties. Wat nu wanneer we door het stelen van het brood het leven van ons kind redden? Of wanneer we dit juist niet doen, uit angst voor straf?
Er zijn 13 afzonderlijke Cosmische Wetten die gezamenlijk de regels vormen van het Spel des Levens. Deze 13 Cosmische Wetten werken altijd in onderlinge samenhang. Onderstaand schema toont een overzicht van de 13 Cosmische Wetten. Daarna worden ze afzonderlijk kort toegelicht.
De Wet van Vergankelijkheid |
De Wet van Compensatie |
De Wet van Handeling |
|
De Wet van Aantrekking |
|||
De Wet van Behoud van Energie |
De Wet Van Overeenstemming |
||
De Wet van Betrekkelijkheid |
|||
De Wet van Omzetting van Energie |
De Wet van Oorzaak en Gevolg |
||
De Wet van Geslacht |
|||
De Wet van Ritmische Beweging |
De Wet van Karma |
||
De Wet van Polariteit |
De Wet van Vergankelijkheid zorgt ervoor dat alles wat geboren wordt, ook weer zal vergaan. Maar ook de dood is vergankelijk.Alles wat afsterft, levert zo weer de bouwstoffen voor nieuw leven. Deze Wet wordt daarom ook wel de Wet van Reïncarnatie genoemd.
De Wet van Behoud van Energie zorgt ervoor dat energie nooit verdwijnt. Laten we daarbij niet vergeten dat alles energie is. Bij het vergaan gaat de energie over van het oude naar het nieuwe.
De Wet van Omzetting van Energie zorgt ervoor dat alle energie kan wordt omgezet. Alle energie draait hierdoor dus in kringlopen rond. Hogere energieën absorberen daarbij lagere.
De Wet van Ritmische Beweging zorgt ervoor dat alles heen en weer beweegt. In-uit, op-neer, eb-vloed, leven-dood of dag-nacht, om maar een paar voorbeelden te noemen.
De Wet van Compensatie zorgt ervoor dat onze intenties vroeg of laat gecompenseerd zullen worden. Deze compensatie werkt zowel positief als negatief.
De Wet van de Aantrekkingskracht zorgt ervoor dat het gelijke altijd het gelijke aantrekt. Soort zoekt soort. Het maakt daarbij niet uit of het over bijvoorbeeld mensen, voorwerpen of gebeurtenissen gaat.
De Wet van Betrekkelijkheid zorgt ervoor dat alles betrekkelijk is. Deze spelregel voorkomt dat we levenslessen te leren krijgen die voor ons te hoog gegrepen zouden kunnen zijn.
De Wet van Polariteit zorgt ervoor dat iedere energie twee uitersten kent: de laagste en de hoogste trilling. Dit zijn de twee tegenpolen, zoals bijvoorbeeld warm-koud, zwart-wit, yin-yang, man-vrouw of hoog-laag. In het midden tussen beide uitersten vinden we vaak de waarheid van de juiste weg.
De Wet van Geslacht zorgt ervoor beide geslachten - man en vrouw - complementair aan elkaar zijn. Man en vrouw vullen elkaar aan, en hebben elkaar nodig voor een optimaal resultaat. Dit wordt ook wel de Wet van Complementariteit genoemd.
De Wet van Handeling zorgt ervoor dat handeling en intentie beiden nodig zijn voor het beoogde effect. Deze Wet benadrukt hetprincipe van geen woorden, maar daden. Alleen wanneer onze intentie en ons gedrag in dezelfde richting wijzen, zullen we in staat zijn om het gewenste resultaat te bewerkstelligen.
De Wet van Overeenstemming zorgt ervoor dat elk kleinste stofje de eigenschappen van het totaal in zich draagt. Alles is hierdoor verbonden met elkaar. Bewustzijn is energie en energie is bewustzijn. Bewustzijn is de lijm van de gehele Cosmos.
De Wet van Oorzaak en Gevolg zorgt ervoor dat elke oorzaak een gevolg heeft, en elk gevolg een oorzaak. Toeval bestaat daarbij niet. Toeval is niets anders dan onbegrepen dynamiek.
De Wet van Karma zorgt ervoor dat alles wat we anderen geven, vroeg of laat ook aan ons wordt gegeven. Omwille van onze Vrije Wil mogen wij in dit leven doen en laten wat ons goed dunkt. We kunnen ons echter nooit onttrekken aan de vruchten van dit gedrag, dankzij deze Wet van Karma.
De Paden van het Spel des Levens
Ons leven op Aarde vormt onze Leerschool. Alles wat ons in ons leven overkomt zijn lessen waarvan we mogen leren (in overeen stemming met de Wet van Betrekkelijkheid). En via vele levens mogen we in alle uiterlijke en innerlijke verschijningsvormen zelf alles ondervinden, van het allermooiste tot het aller ergste, als gever en als ontvanger. En omdat eigenlijk alles kan worden beschouwd als een dynamisch evenwicht ontvangen we vroeg of laat ook alles wat we anderen geven (conform de Wet van Compensatie). We mogen oogsten wat we zelf zaaien! Daarom ook het advies om anderen niet dat aan te doen wat we voor onszelf liever ook niet willen laten geschieden. Juist door het goede te doen mogen we zelf ook het goede ontmoeten. De werking van het Spel des Levens wordt aldus volledig bepaald door de 13 Cosmische Wetten.
Wij mensen zijn nadrukkelijk veel meer dan alleen een fysiek lichaam. Wij zijn feitelijk allemaal geesten (met daarin onze essentie) die in ons leven op Aarde gelijktijd beschikken over de volgende lichamen:
o fysiek lichaam (met daaraan verbonden onze persoonlijkheid)
o astraal lichaam (met daarin de uitstralingen van onze waarnemingen, gedachten en gevoelens zoals te zien is in ons aura).
o etherisch lichaam (met daarin onze chakra's)
o causaal lichaam (waarin onze ziel huist)
Ons fysieke lichaam bestaat uit de zwaarste stoffen. Ieder volgend lichaam is gemaakt van fijnere stoffen. Ons causale lichaam is ons meest fijnstoffelijke lichaam. Zolang we dit lichaam nog hebben kunnen we onszelf ook aanduiden als zielen, hoewel dus in essentie slechts geesten zijn.
Alle fysieke elementen - ons vlees en bloed - behoren tot ons fysieke lichaam. Dit is wat we van onszelf en anderen kunnen waarnemen. De vorm, de haren, de huid, de nagels de ogen en alles wat daar verder achter schuil gaat.
Ons astrale lichaam is een energetisch lichaam. Het is feitelijk een energieveld dat ons fysieke lichaam omgeeft. Dit energieveld wordt voortdurende gekleurd door de actuele uitstralingen van onze waarnemingen, gedachten en gevoelens. Deze kleuren zien we terug in ons aura. Ons aura is het waarneembare gedeelte van ons astrale lichaam. Ook de vorm van ons aura heeft betekenis, zoals deuken, gaten of uitstulpingen. Getrainde ogen kunnen aura's zien. Via onze taszin kunnen we het begin van een aura voelen als een soort zacht briesje tegen onze handpalm aan.
Ons etherische lichaam voorziet onze andere lichamen van energieën. Hiertoe maakt het etherische lichaam gebruik van dechakra’s. Via de meridianen stromen deze levensenergieën door het fysieke lichaam. Ze voeden de basisfuncties - waarnemen, denken en voelen - en daarmee eveneens ons astrale lichaam. Een verzwakking in ons etherisch lichaam, waardoor er gaatjes of scheurtjes, zorgt ervoor dat we vatbaarder worden voor ziekte en aanverwante aandoeningen.
In ons causale lichaam huist onze ziel. Soms wordt dit lichaam ook wel het Akasha-lichaam genoemd, en met aanduiding AkashaRecords wordt dan verwezen naar onze ziel. Met de naam Akasha wordt verwezen naar de oorspronkelijke Goddelijke Bron. Het causale lichaam kan het astrale lichaam reguleren, onderhouden en ideeën toezenden. Het causale lichaam is van lichtgevende natuur. Het is de zieledruppel verbonden met de gehele Oceaan van Licht. Het causale lichaam beschermt ons, onderwijst ons en kent geen moraal.
Via onze geest en vier lichamen leven we gelijktijdig in zeven, hiërarchische werelden. Iedere wereld bestaat uitsluitend uit energieën. Ook in de onderste, fysieke wereld van grofstoffelijkheden is wat wij vaste materie noemen, niets anders dan energie. Door onze waarneming creëren we de illusie dat een steen keihard is. Wanneer we echter hierop blijven inzoomen, dan nemen we aanvankelijk moleculen, atomen of zelfs subatomaire deeltjes waar, maar uiteindelijk houden we alleen trilling over.
Elk van onze zeven leefwerelden bestaat in essentie uitsluitend uit trillingen, oftewel energieën. Opklimmend van lage, grofstoffelijke energieën naar steeds hogere, fijnstoffelijkere energieën zijn dit onze zeven innerlijke leefwerelden:
o de fysieke wereld (de wereld van de vaste materie)
o de gevoelswereld (de wereld van de emoties)
o de mentale wereld (de wereld van de denkbeelden)
o de astrale wereld (de wereld van uitstraling)
o de etherische wereld (de wereld van levensenergieën)
o de causale wereld (de wereld van de ziel)
o de geesteswereld (de wereld van de pure geest)
Onze persoonlijkheid gaat maar één leven mee. Wanneer we sterven, dan laten we ons fysieke lichaam achter, en alles wat daaraan verbonden is, zoals dus onze persoonlijkheid. De overige, lichtere lichamen blijven in tact. Hiermee gaan we op reis in het hiernamaals.
Onze reis in het hiernamaals begint met het verlaten dan de Aardesfeer. Het eerste station wat we op deze reis aandoen is deRustsfeer. In de Rustsfeer worden we bewust gemaakt van onze nieuwe toestand en onze nieuwe mogelijkheden. We gaan daarin begrijpen dat we vrij zijn van onze fysieke tekortkomingen, ook al geloven we dat vaak niet direct. Gedurende deze rustperiode neemt ons oude (tussen-) bewustzijn af. En alles uit ons onderbewustzijn komt geleidelijk aan omhoog naar ons nieuwe bewustzijn, wat één wordt met ons bovenbewustzijn. We worden ons daarbij steeds meer bewust van de herinneringen van de ziel. Afhankelijk van onze eigen starheid duurt deze rustperiode korter of langer. Pas daarna kunnen we de reis in het hiernamaals vervolgen.
Tijdens ons verblijf in de Rustsfeer evalueren we eerst wat wij anderen hebben aangedaan. Onze ziel toont ons daartoe alles van dit leven en we mogen er zelf een oordeel over vellen. Niets ontkomt daarbij aan ons eigen oordeel. We ervaren kraakhelder wat het resultaat was van onze intenties en ons gedrag op anderen. Daarna ervaren we wat het resultaat was van het gedrag en intenties van anderen op ons. De vraag die we ons daarbij stellen is of we het hen kunnen en willen vergeven. Kortom, in de Rustsfeer wordt de film van ons afgelopen leven op Aarde afgespeeld en bij elke belangrijke gebeurtenis worden we geconfronteerd met de volgende drie vragen:
1. Hebben wij anderen schade toegebracht?
2. Hebben wij vanuit Liefde gehandeld jegens onze medemens?
3. Hebben wij anderen kunnen vergeven?
Het resultaat van deze zelfevaluatie maakt duidelijk hoe we de reis in het hiernamaals zullen gaan vervolgen. Afhankelijk van de uitkomsten komen we terecht in een omgeving die bij het bereikte niveau van begrijpen past. Reïncarnerende zielen komen terecht in één van de drie niveaus van opklimmend Licht, genaamd de Tussensferen:
I. Duisternis (bedoeld voor de meer haatdragenden)
II. Schemerland (bedoeld als algemene Tussensfeer)
III. Zomerland (bedoeld voor de meer vergevingsgezinden)
In de Duisternis hebben we uitsluitend te maken met extreem egoïstische zielen. Hun verblijf in deze sfeer duurt niet langer dan hun eigen hardnekkigheid. Deze zielen worden regelmatig door Lichtwezens (afkomstig uit de hogere Lichtsferen) bezocht omhun hardnekkigheid te masseren. Het donkerste gedeelte in de Duisternis is de Hel. Zielen die hier geplaatst worden zijn zo achterop geraakt, dat een te vroege terugkeer naar de Aarde grote narigheid zou veroorzaken. Ook deze zielen zijn niet verdoemd en kunnen bij voldoende groei opnieuw reïncarneren.
In Schemerland komen de meeste mensen als eerste aan, omdat onwetendheid en lichtgelovigheid op Aarde hun deel was. Ze hebben wel schade aangericht aan anderen, maar waren vaak onwetend en weinig vergevingsgezind. Zij gebruikten hun Vrije Wil nauwelijks en leefden volgens de heersende, weinig liefdevolle, regelsvan de groep, kerkgenootschap, of samenleving waartoe ze behoorden. Bij hen was sprake van veel gedrag vanuit rigide regels en weinig gedrag vanuit hun hart. Zij hebben zich aan hun omgeving aangepast en zijn vergeten zichzelf te zijn. Pas alszij zich dat bewust worden, kunnen ze verder.
In Zomerland komen de zielen die al een eind op de goede weg zijn. In Zomerland is het licht en plezierig toeven en kunnen zij tegelijkertijd werken aan persoonlijke groei. Zij oefenen met intentiekracht om vormen te creëren en zo hun omgeving te verfraaien. Huizen en landschappen in allerlei varianten zijn hier te vinden.
Bewustzijnsgroei is in elke sfeer mogelijk. Een ziel kan beginnen in de Duisternis en doorgroeien naar Zomerland voordat deze ziel opnieuw wordt geboren op Aarde.Op Aarde kunnen zielen doorgroeien tot in de vijfde Dimensie (5D). In de Tussensfeer is groei mogelijk tot en met de zevende Dimensie (7D).
Het incarnatiespel - als 'level 1 van het Spel de Levens' - is een doorlopende cyclus van het leven in de Aardesfeer (van geboren worden tot sterven), dan de reis naar de Rustsfeer, dan door naar de Tussensferen en dan weer opnieuw geboren worden in de Aardesfeer. Dit incarnatiespel spelen we iedere keer opnieuw samen met telkens dezelfde zielen, maar dan iedere keer in een andere rol. Dit wordt onze Zielengroep genoemd, en is ongeveer 1000 zielen groot. Ouder en kind, geliefden en tegen standers, dichtbij en veraf, alles wordt steeds door elkaar gehusseld in een andere beginopstelling bij iedere nieuwe ronde van het incarnatiespel. Wij mogen er vanuit gaan dat de zielen die nu een duidelijke rol spelen in ons leven behoren bij onze zielengroep.
Tussen sterven en opnieuw geboren worden zit doorgaans een periode van tussen de 50 en 150 Aardse jaren. Er kunnen ook redenen zijn om juist sneller of langzamer te reïncarneren. Eén zo'n reden is bijvoorbeeld de eindfase waarin we nu met elkaar zitten. Naar verluidt zijn nu de dapperste, creatiefste en slimste zielen op Aarde geïncarneerd om datgene te doen wat nu nodig is.
In de Tussensferen staat het bewust worden en persoonlijke groei centraal. Hierbij gaat het om het afleren. Het aanleren daarentegen staat centraal in hogere sferen, genaamd de Lichtsferen. Dit kunnen we zien als level 2 van het Spel de Levens. Geluiden en licht spelen hier een grote rol. Gebouwen en landschappen spelen nauwelijks een rol in de Lichtsferen.
In de Lichtsferen kunnen we in zeven niveaus opklimmen van leerling naar Meesterschap. Dit staat gelijk aan het groeien van de achtste Dimensie (8D) tot en met de veertiende Dimensie (14D). We gaan daartoe gericht onderzoek verrichten om kennis, inzicht en wijsheid te verkrijgen. Er zijn zeven opklimmende niveaus in de Lichtsferen. In de zevende en hoogste Lichtsfeer, ook wel de zevende Hemel genoemd, verblijven de Lichtmeesters. De Licht meesters hebben zich diepgaande kennis, inzicht en wijsheid eigen gemaakt op verschillende vakgebieden. Elke Lichtmeester heeft verantwoordelijkheden toegewezen gekregen, passend bij het eigen vakgebied.
De Lichtwezens afkomstig uit één van de zeven Lichtsferen kunnen uit eigen initiatief ervoor kiezen om ook in Aardse lichamen geboren te worden. Hun vrijwillige incarnatie is dan bedoeld om de geïncarneerde Zielen op Aarde te helpen bij hun leerprocessen. De Heilige Boeken op Aarde beschrijven de aanwijzingen die deze Verlichtte Wezens ons in het verleden hebben gegeven. Op dit moment zijn vele van deze vrijwillig geïncarneerde Lichtwezens aanwezig op Aarde gezien de belangrijke eindfase (en dus gelijk ook beginfase) waarin het leven op Aarde (en daarbuiten) zich momenteel bevindt.
Op dit pad naar het Licht leggen we telkens het zwaarste fijn stoffelijke lichaam af. Onze Geest wordt steeds intenser en onze essentie - onze individualiteit - speelt een steeds kleinere rol. Als we alleen nog maar pure geest zijn, hebben we helemaal geen individualiteit meer nodig en is ook onze ziel overbodig geworden. Dan hebben we het besluit genomen om de Hoogste Lichtsfeer - ook wel de Zevende Hemel genoemd - achter ons te laten. We treden dan de Goddelijke Sferen binnen (15D), oftewel het derde en hoogste level van het Spel des Levens. Hierbij leggen we ook ons causale lichaam af en worden we onstoffelijk en definitief (weer) één met God. Hiermee eindigt onze reis (van precies 13 niveaus tussen 3D en 15D). Sommige Lichtmeesters zien bewust af van deze stap en blijven daarmee in de Lichtsferen om de mensheid bij te staan in hun groei naar het Licht. Zij zijn de herders die pas rusten wanneer ook het laatste lam is teruggekeerd.
Zoals gezegd heeft ook onze ziel een einde, en daarmee ook een begin. Bij het ontstaan van onze ziel is gelijktijdig ook onze tweelingziel geschapen. Ieder mens heeft dus een tweelingziel, die we soms mogen ontmoeten, vaak zonder het ons tebeseffen. In deze laatste fase, ons eeuwige verblijf in de Goddelijke Sferen, worden we definitief verenigd met onze tweelingziel.
Wat gebeurt er nu precies wanneer we op Aarde sterven?
Sterven is, zoals gezegd, eigenlijk het geboren worden aan de andere kant. We komen aan de andere kant aan, zoals we hier op Aarde na onze dood zijn vertrokken. Zo beneden, zo boven. Ga we met haat dood, dan komen we met haat aan.
We kunnen eigenlijk maar op twee manieren dood gaan. We zien het aankomen of niet. In het eerste geval weten we dat we dood zijn, maar tegelijkertijd merken we dat we er nog steeds zijn en dat het dus niet is afgelopen. We blijven dan nog enkele dagen in de Aardesfeer. Daarna worden we door Lichtwezens opgehaald. We verlaten dan de Aardesfeer en gaan op reis naar de Rustsfeer.
Wanneer we de dood niet zagen aankomen, denken we nog in leven te zijn op Aarde. Wij nemen alles ook gewoon nog waar, maar de levenden nemen ons niet meer waar. We kunnen dan niet langer communiceren met levenden, en we begrijpen aanvankelijk niet waarom dit zo is, zelfs al zien we ons eigen levenloze lichaam.
Als 'dolende' Zielen kunnen we pas verder als we ons bewust worden dat we overleden zijn en verder willen en durven. Tot die tijd kunnen we de Aardesfeer niet verlaten en worden we niet opgehaald. Sommigen hebben hier meer tijd voor nodig. Angst voor het onbekende weerhoudt hen verder te gaan. Ze vervelen zich te pletter en een enkeling gaat 'spoken'. Wanneer wij alslevenden contact zoekt met gene zijde - via glaasje draaien, pendelen en dergelijke - dan krijgen we deze dolenden als eerste aan de lijn. Ze kunnen zich voordoen als een gestorven dierbare, maar ook als Jezus of als God en vaak liegen en bedriegen ze er op los. Lichtgelovigen en avonturiers opgelet, de dolenden kunnen onze gedachten lezen en vertellen ons precies wat we willen horen! Zuivere mediums worden afgeschermd voor deze dolende Zielen.
Wat gebeurt er wanneer we op Aarde worden geboren?
Wij kiezen er zelf voor wanneer we terug willen keren naar het leven op de Aarde. Ons leerproces in de Tussensferen heeft dan een verzadigingpunt bereikt. We krijgen dan een steeds grotere behoefte om terug te keren naar de Aarde, meestal met de wens om het geleerde in de praktijk te mogen gaan brengen.
Omdat we aan gene zijde kiezen, kiezen we een lichaam met spirituele maatstaven en niet met maatstaven bedacht door het sterfelijke verstand dat is gebaseerd op een materiele werkelijkheid. Rijk zijn, invloed hebben, mooi zijn, gezond zijn en succes hebben spelen geen enkele rol bij deze - op spirituele waarden gebaseerde - keuzen. Immers, ons toegenomen bewustzijn gaan we dan op Aarde proberen toe te passen.
De tijd om terug te keren is dan aangebroken. Hogere Lichtwezens, hebben ons geholpen bij het kiezen van het gezin waarin we geboren gaan worden en de omstandigheden die we zullen gaan meemaken. Dat is een mengeling van ons eigen positieve- en negatieve karma. Het nieuwe leven is vaak een test van hetgeen we ons bewust zijn geworden aan gene zijde. In onze Ziel zit de blauwdruk van ons nieuwe leven op Aarde. We weten precies waaraan we beginnen. Maar bij de daadwerkelijke geboorte gaat het luik dicht en zijn we ons hiervan niet langer bewust. Een miskraam kan ontstaan doordat een ziel zich uiteindelijk toch terugtrekt, om welke reden dan ook.
Onder begeleiding van leden van onze zielengroep gaan we naar een plaats waar we door Lichtwezens geholpen wordt bij het 'afleggen' van onze fijnstoffelijke lichamen en de 'ontkoppeling' met onze geest. Dit is nodig om de karaktertrekken en herinneringen uit vorige levens achter ons te laten. Hiermee zakt dit alles naar ons onderbewuste - onze ziel - en starten we met een leeg tussen bewustzijn aan het nieuwe leven op Aarde. Tot een jaar of zeven kunnen we als kinderen soms nog in contact komen met ons onderbewustzijn en flarden ervaren uit een vorig leven en daar over vertellen of in ons spel verwerken.
Geboren worden op Aarde is zoals gezegd de tweede dood. Deze wedergeboorte is alleen noodzakelijk als we nog karma te vereffenen hebben. Onze ziel en onze geest worden, als het tijdstip gunstig is, geplaatst bij het nieuwe embryo. Dit is de feitelijke wedergeboorte of incarnatie. Dat is kort na de conceptie, als de celdeling begint. Tijdens de zwangerschap ontwikkelen zich naast een nieuw fysiek lichaam met een nieuwe persoonlijkheid, ook de benodigde fijnstoffelijke lichamen en wordt de band hiervan met het embryo steeds sterker.
Een nieuw leven op Aarde is begonnen. Alles past daarin bij de opdracht die we vooraf aan onszelf hebben gegeven. Toeval bestaat immers nergens en nooit. Alles past precies bij onze opdracht: onze ouders, onze persoonlijkheid, de omstandigheden, de plaats, het tijdstip, de gebeurtenissen en ga zo maar door. Een nieuwe episode van het optreden van onszelf en de andere leden uit onze zielengroep gaat beginnen. En het programma voor dit reizende theatergezelschap staat geschreven in de sterren. Niets gebeurt voor niets en voor alles is een reden.
In ons huidige leven op Aarde durven we onszelf te zijn. We voelen onszelf volledig verantwoordelijk voor al ons doen en laten, juist ook naar anderen toe. We leren om liefdevol te zijn voor iedereen in onze naaste omgeving, ongeacht uiterlijke verschijningsvorm, zoals leeftijd, geslacht, geloof, of ras en ga zo maar door. We kiezen ons persoonlijke pad, welke kant deze ons ook op leidt. En we blijven daarin altijd trouw aan onszelf. We zijn daarbij niet bang om fouten te maken, want daar leren we juist van. We zijn immers hier gekomen om te leren. Al lerende zullen we dus ook geregeld vallen. We staan daarna gewoon weer op en vervolgen ons pad.
Hoe te leven op Aarde? Zeven karmische adviezen:
1. Wij durven fouten te maken
Alleen wanneer wij durven maken fouten zullen we leren en zelf het voor ons nieuwe ontdekken. Wanneer we de moed missen om fouten te maken, dan leren we niets. Maar wanneer we steeds dezelfde fouten blijven maken, dan zijn we dus erg hardleers, en leren we ook niets.
2. Wij starten vanuit zuivere intenties
Aan de basis van al ons gedrag liggen onze gedachten. Deze gedachten kleuren we gelijk in, met allerlei emoties en ervaringen uit ons eigen leven. Dit samenraapsel van gedachten en emoties en ervaringen wil zich dan uiten, eerst in woorden en daarna ook in daden.
Het sturen van ons gedrag begint met het sturen van onze gedachten. Zuivere gedachten zijn het fundament voor zuiver gedrag. Wij zetten daartoe verkeerde gedachten vroegtijdig bewust om in betere.
3. Wij veroordelen niets en niemand
De neiging om alles en iedereen wat onzuiver is te voordelen. We willen deze onzuiverheid dan bestrijden. Maar wie het kwaad bestrijdt, wordt zelf kwaad. En om het kwaad te bestrijden moeten we zelf kwaad begaan. Dit is dus een doodlopende straat. Wij bestrijden niets, wij doen het Goede. Wij geven het zelf het goede voorbeeld. Wij creëren zuiverheid van binnenuit door samenwerking.
4. Wij voegen de daad bij het woord
Alleen zuivere intenties hebben en nooit iets doen is van nul en generlei waarde. De weg naar de Hel is geplaveid met goede bedoelingen!
5. Wij vergeven anderen
Wanneer een ander ons schaadt, laten we dan hem of haar, nadat onze emoties zijn gaan liggen, proberen te vergeven. Hopelijk willen anderen ons vergeven, als wij weer eens uit de bocht gevlogen zijn. Halsstarrig blijven hangen in ons gelijk is contraproductief! Het levert uiteindelijk zelfs het tegengestelde op.
6. Wij gaan stap voor stap
Alles ineens willen is onmogelijk. Wij nemen de trap naar boven tree voor tree. We weten wat we willen. En we vergeven onszelf als het weer eens mislukt is. We accepteren dat het nu eenmaal tijd kost op Aarde. Oefening baart kunst. En wanneer we struikelen op ons pad, dan staan we gewoon weer op en proberen van deze ervaring te leren. We maken ons ook niet druk over onbelangrijke dingen, dat is bijna altijd verspilde energie.
7. Wij geven liefdevol waar we zelf behoefte aan hebben
Indien wij datgene liefdevol aan anderen geven waar we zelf het meeste behoefte aan hebben in dit leven, dan worden we daarvoor tienvoudig beloond. Wij maken dit tot ons ideaalbeeld en gebruiken dit principe voortaan als ons kompas.
(Met enorm grote dank aan metname Ben van der Velden)
'
Maak jouw eigen website met JouwWeb