Ware rijkdom : Kennis.
Kennis
Zie Kennis (doorverwijspagina) voor andere betekenissen van Kennis. |
Kennis is dat wat geweten en toegepast wordt door de mens of door de maatschappij als geheel. Veel van de menselijke activiteit vereist specifieke kennis, ervaring en vaardigheid. Er bestaan vele soorten van kennis van zelfkennis tot godskennis, van vakkennis tot wetenschappelijke kennis, van landenkennis tottalenkennis, en van aangeboren kennis tot onbetwijfelbare kennis. Traditioneel werd kennis vooral beschouwd in dewetenschapsfilosofie.
Inhoud[verbergen] |
In het dagelijks leven worden met het begrip "kennis" een verzameling van uiteenlopende zaken aangeduid.[1] Het is op de eerste plaats de bekendheid met een persoon, zaak of verschijnsel. Dit kennen of deze bekendheid volgt uit ervaring en weten. Maar dit kan ook vastgelegd zijn in een document of abstracter in de samenleving aanwezig zijn. In tegenstelling tot de omringende landen duiden we in het Nederlands de persoon die we kennen, de vriend of bekende, ook aan met kennis. Kennis zien we verder als iets wat specifiek de mens kan bezitten, zoals het weten, de kennis en/of informatie, maar hiernaast ook als een gemoedstoestand zo het bewustzijn ofwel het "bij kennis zijn". In de filosofie is de vraag "wat is kennis?" al sinds de Oudheid bediscussieerd, waarbij men kennis associeert met "wetenschappelijke kennis". De filosoof Kuyper (1977) definieert kennis zo als "het geheel van overtuigingen en inzichten die door wetenschappelijk onderzoek verkregen worden,". Hij spreekt hier vooral over de kennis in de samenleving. Deze breidt zich volgens hem voortdurend uit door voortgezet onderzoek. Zij wijzigt zich echter ook, doordat een deel van hetgeen vroeger aan theoretisch inzicht werd bereikt, bij nader inzien verworpen moet worden. Kennis moet als ware kennis worden opgevat en de vereisten voor "ware kennis", worden in de kennisleer onderzocht.[2] In een studie naar de opvattingen over kennis in de wetenschappelijke theorie vonden Poell en Kessels (2001) deels gelijke opvattingen, [3] ook de opvatting dat kennis een vermogen is, dat verworven kan worden: Kennis is een persoonlijke bekwaamheid: een vermogen waarin weten en toepassing zijn geïntegreerd. Intellectueel kapitaal is de kennis, de informatie, het intellectueel eigendom en de ervaringen die kunnen worden aangewend om rijkdom te creëren. Zulke kennis kunnen medewerkers opdoen door het uitvoeren van taken in organisaties altijd gekoppeld aan actie. Verder stuitten Poells en Kessels op meer specifieke beschrijvingen: kennis als iets veranderlijks: Kennis ziet men hier als een veranderlijke combinatie van ervaringen, waarde, contextuele informatie en vakkundig inzicht dat een kader vormt waarmee nieuwe ervaringen en informatie geëvalueerd en geïntegreerd kan worden. Tevens zagen zij kennis als iets rechtvaardigs: kennis is een gerechtvaardigde opvatting: een constructie van de realiteit en niet iets wat waar of onwaar is. Tot slot zagen zij weer kennis als persoonlijk bezit: kennis is het, deels onbewust, vermogen dat iemand in staat stelt een bepaalde taak uit te voeren, wat niet kan los worden gezien van de bezitter. In het bedrijfsleven heeft Weggeman (1997) de hier bestaande opvattingen over kennis onderzocht en geïnventariseerd.[4] Hij vond dat kennis gezien werd als een geheel: het geheel van betekenissen,begrippen, vaardigheden, werkwijzen etc., die voor juist en waar wordt gehouden en richting geeft aan het handelen. Ook zag men kennis als vermogen: het vermogen om informatie om te kunnen zetten in kwalitatief goede beslissingen. Met andere woorden het vermogen om iets te kunnen doen met informatie. Nog meer specifiek ziet men kennis als het vermogen om te kunnen voorspellen, hoe mensen en dingen zich gedragen. Ten slotte betreft een derde betekenis de herkomst: kennis is door studie, onderzoek of oefening verkregen informatie die waarde heeft voor de organisatie. Dit historisch overzicht geeft een overzicht van de omgang met kennis in de opvolgende tijdperiodes van de menselijke ontwikkeling vanaf de prehistorie tot in het heden. In de prehistorie was de menselijke kennis een voorwaarde tot overleven. Zo vergde de jacht, naast een uitstekende conditie, een zekere kennis van dierensporen, het gedrag van dieren en de omgeving. Hoewel er discussie is of oude hominiden als Homo erectus en Homo habilis nu jagers of aaseters waren, ziet men verzamelen en jagen als belangrijkste activiteiten van de prehistorische mens in de Oude Steentijd. Of deze vroege mens ook genoeg kennis had van spoorzoeken is niet bekend. Uit skeletresten van de Homo erectus blijkt echter wel, dat deze net als de huidige mens in staat was lange afstanden (hard)lopend af te leggen. Vanaf de late steentijd bevatte Moeder-godin-cultussen bepaalde hoogtepunten van publieke viering, gekoppeld aan de kalender, meer bepaald de cruciale momenten in de stand van de maan, de sterren en planeten. Maar daarenboven was er het continu in stand houden van kennis en kunde. Deze had dan in eerste instantie betrekking op vaardigheden zoals spinnen en weven, pottenbakken, teelt van gewassen en kruiden, maar ook hoe daarmee om te gaan voor het behoud en herstel van de gezondheid. Dit alles was sedert het steentijdperk het initiatief en het domein van moeder de vrouw. Zelfs het eerste schrift zou door haar zijn ontstaan bij het aanbrengen van herkenningstekens op potten in klei. Ook het bestuderen van de luchtgesteldheid en van de hemel ter wille van het bepalen van de juiste momenten voor het zaaien en oogsten was oorspronkelijk een vrouwenzaak. In het oude Egypte bijvoorbeeld waren de observatoria aan de tempel van de godin gekoppeld. De oude Keltische beschaving in Europa kende een priesterstand van druïden, die in een groot deel van West-Europa ten noorden van de Alpen en op de Britse Eilandenbestond. Pas eerst door de Romeinse overheid, en later door het christendom werd ze verdrongen. De praktijken van druïden maakten deel uit van de cultuur van alleKeltische en Gallische volksstammen. In de druïden verenigden zich de taken vanpriester, bemiddelaar, arts, wetenschapper en rechter. In de volksverhalen vindt je nog vaak de vermelding van het bestaan van een "bron", "boom" of een "hoeder" van de opperste kennis en wijsheid. Zo wordt in deGermaanse en Noordse mythologie de oppergod Odin het levend symbool van opperste macht en wijsheid. In Mesopotamië worden een reeks technologische innovaties gerealiseerd, zoals het schrift, getalstelsels, kalender indeling, landkaarten, die tot op de dag van vandaag voortleven in de tijdsaanduiding en kalender maanden, weken en zeven dagen in de week. Er is een verwevenheid van wetenschap en religie. Astronomie en astrologie werden als gezien als hetzelfde, wat blijkt uit de wetenschapsbeoefening door priesters in Babylonië. In die tijd was zelfs een trend zichtbaar, omgekeerd aan de trend in de moderne wetenschap die zich heeft afgekeerd van bijgeloof en geloof. In de Mesopotamische astronomie is in de loop van de tijd meer gebaseerd op astrologie, waarbij de sterren werden bestudeerd in termen van horoscopen en omina. In het Oude Egypte werd Imhotep de schutspatroon van de geneeskunde, de hogerekennis en het schrijven. Vanwege de kennis van de geneeskunde stelden de Grieken hem gelijk met de god Asklepios en vanwege zijn kennis van de schrijfkunst werd hij ook verbonden met de god Thoth. In het oude India en de hindoeïstische filosofie vormen de Veda's geschriften de de basis voor veel van de religies die tot het hindoeïsme gerekend worden. Ze bestaan uit religieuze hymnen over God(en), spirituele filosofie, het universum, de natuur en de juiste levenswijze. Het woord 'Veda' is etymologisch verwant aan het werkwoord weten en betekent "kennis". Van mythos naar logos De Oude Grieken hadden voor hun handelscontacten nadere kennis nodig van geografie, weer, windrichtingen, maanstanden, rekenen enz. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het verlangen naar feitelijke kennis zich in eerste instantie naar deze zaken uitstrekte. In deze Presocratische tijdsfase overheerste daarom vooral natuurwetenschap. Zo moest men bijvoorbeeld kunnen berekenen met welke windrichting men een bepaalde afstand binnen een zekere tijdsduur volgens een bepaalde koers zou kunnen afleggen. Overigens stonden de "oude Grieken" zeker niet alleen aan de wieg van deze wetenschappen. Het staat vast dat zij via het Vooraziatische achterland (bv. deAssyrische, Babylonische, Sumerische en zelfs Indiase cultuur), de nodige kennis hebben overgenomen. Kennis was voor Augustinus vooral kennis van het eeuwige en het onveranderlijke, en niet van dingen die constant aan verandering onderhevig zijn. De wereld om ons heen is constant in Flux, en derhalve kan vaste, zekere kennis niet uit de waarnemingen van deze wereld gedestilleerd worden. Ware kennis komt tot ons via illuminatie. Dit is goddelijk licht dat ons beschijnt, en dat wij door toedoen van onze interne leraar, Jezus Christus, als zodanig kunnen herkennen. Zie ook Gnostiek enIlluminatie (christendom). De Renaissance was in de Europese geschiedenis een periode van opbloei van kunst, wetenschap en letteren die haar grondslag had in de "wedergeboorte" van de verworvenheden van de Klassieke Oudheid. In deze tijd drong het besef door dat men de kennis uit de Oudheid waar men zo bewonderend naar opkeek aan het voorbijstreven was. Dit stimuleerde flink het zelfvertrouwen en zelfbewustzijn van de onderzoekers en men ging enthousiast steeds meer de altijd zo vast geloofde 'waarheden' van de autoriteiten uit de antieke cultuur in twijfel trekken en toetsen op waarheid. En zo groeide eind 16e, begin 17e eeuw het besef bij wetenschappers dat niet contemplatie op de historische grootheden van het vakgebied, maar eigen observatie en experiment de sleutel was tot kennis. De moderne wetenschap was geboren. De verlichting bracht een politieke en filosofische beweging en nieuwe opvattingen over politiek, filosofie,wetenschap en religie binnen de westerse wereld grondig wijzigde. Het was een reactie op het dogmatischeautoriteitsgeloof. Kennis is macht, meenden velen, wat onder meer tot uitdrukking kwam in de beroemdeEncyclopédie. Deze kwam tot stand onder leiding van Denis Diderot en Jean d'Alembert, maar ook andere grote namen als Voltaire, Rousseau en Montesquieu droegen artikelen aan. Andere typische werken uit de verlichting zijn die van David Hume en Adam Smiths Wealth of Nations. Rousseau wordt wel tot de verlichting gerekend, maar dat is maar gedeeltelijk terecht. Zijn ideeën waren veel meer op emoties dan op het verstand gericht, en hij werd dan ook vaak bespot door Voltaire, die zelf als de belangrijkste Franse vertegenwoordiger van de verlichting wordt gezien. Kennis is in verschillende context gerelateerd aan verschillende onderwerpen. Er zijn algemene en specifieke eigenschappen in kennis te onderkennen. Gezien de vele vormen van kennis hebben deze eigenschappen meestal niet op alle vormen van kennis betrekking. Een kenobject of kennisobject is een samentrekking van object van kennis, en duidt op de persoon, hetvoorwerp of het verschijnsel in de realiteit, waarnaar de kennis verwijst. Men kan spreken van het kenobject van een gedachte, van een hypothese, van een model, van een theorie, van een wetenschappelijkevakdiscipline, of van een studierichting. Sinds de Klassieke Oudheid zijn er door filosofen en wetenschappers allerlei visies ontwikkeld op het wezen van wetenschappelijke kennis. Deze visies worden in de kennistheorie en wetenschapsfilosofie onderzocht en uitgelegd. Deze opvattingen zijn:[5] Bewustzijn is een concept in de moderne filosofie en wetenschap dat wordt omschreven als 'weet hebben van', 'beseffen', 'zich realiseren', 'doordrongen zijn van', 'in de gaten hebben' en 'bezinning': de subjectieve reflectie van indrukken uit de buitenwereld (weten van wat je ziet, hoort of voelt en daarover kunnen vertellen) of eigen mentale processen (weten van wat er in je omgaat en daarover kunnen vertellen). De term "bewustzijn" is afgeleid van het Duitse Bewusstsein, geïntroduceerd door de filosoof Christian Wolff (1679-1754). Bewustzijn is sterk verwant met denken, waarneming en het gebruik van de zintuigen. Het begrip kennisverwerving is een overkoepelend begrip voor het individueeldenken en het verstand gebruiken tot de wetenschappelijke kennisontwikkeling en maatschappelijke kenniscreatie. Met dit begrip kan verwijzen van het ene uiterste: tot één enkele gedachte komen tot het andere uiterste: het ontstaan van alle kennis in de geschiedenis der mensheid gecreëerd. Tegenwoordig spreekt men ook wel van kenniscreatie. Bij kennis gaat het volgens Verbeke (2005) om het creëren van een nieuw perspectief en een nieuw modelvoor een specifiek proces of fenomeen, en om het kunnen toepassen van deze nieuwe kennis of inzichten op die specifieke domeinen. Die modellen zijn de feitelijke kennis, de zgn. "know-what" of propositionele kennis. Daarbij ligt de klemtoon op het verklaren van fenomenen, de "know-why", of op het ontwikkelen van regels of opstellen van wetten, de "know-what". Hiernaast bestaat de "knowhow", de toepassing van kennis, waardoor een beter begrip ontstaat van zowel het toepassingsgebied als van het "know-what". Dit is de kennis die mens kan ombuigen tot actie, of tot het geven van concrete adviezen.[6] In grote lijnen kan men met betrekking tot deze relatie tussen theorie, waarneming enwerkelijkheid twee tradities onderscheiden. Enerzijds een traditie waarin ervan wordt uitgegaan dat wetenschappelijke theorieën niet alleen de waarneming beschrijven, maar ook de structuur van de werkelijkheid blootleggen. In deze traditie interpreteert men wetenschappelijke theorieën gewoonlijk op een realistische manier: van theorieën wordt verwacht dat ze een ware beschrijving geven van de werkelijkheid. Theorieën hebben bovendien de taak om waarnemingen te verklaren. Anderzijds is er een traditie waarin men zeer sceptisch staat tegenover de mogelijkheid dat wetenschappelijke theorie een werkelijkheid los van de waarneming kunnen beschrijven. Deze traditie heeft een instrumentalistische inslag: theorie zijn instrumenten voor het ordenen van de waarneming.[7] Deze problematiek wordt verder bestudeerd in de kennistheorie. Een wereldbeeld of maatschappijbeeld is letterlijk het beeld of de voorstelling, die de mens heeft of die een institutie biedt omtrent de werkelijkheid, de samenhang ofwel het wezenlijke van de wereld. Het is dus de opvatting die een mens heeft over hoe de wereld is of zou moeten zijn. Hiernaast is een mensbeeld een geordend 'geheel van vooronderstellingen' dat betrekking heeft op de wijze waarop iemand de mens, zichzelf inclusief, ziet, ervaart, beleeft en zijn wezenlijkheid typeert. Binnen zo'n mensbeeld zullen meer en minder relevante vooronderstellingen bestaan. De mate van invloed op het handelen is van belang voor derelevantie. Op de eerste plaats zijn er in de kennisleer en wetenschapsfilosofie allerlei specifieke vormen van kennis geformuleerd, door een reeks filosofen. Enige meer voorkomende gevallen zijn: Verder worden er in de wetenschap en maatschappij allerlei andere specifieke vormen van kennis onderkend. Hieronder volgt eerst een opsomming van de meest voorkomende vormen, en ter afsluiting nog enige minder voorkomende opmerkelijkheden. In publicaties over kennismanagement en kenniseconomie worden twee soorten kennis onderscheiden[8]: Ook onderscheidt men soms 'tacit' kennis [9] (onbewuste kennis), refererend naar Michael Polanyis begriptacit knowing[10]. Het godskennis is eeuwenlang gezien als een bijzondere vorm van kennis, zelfs boven aan de wetenschappelijke kennis verheven. Zie ook Gerhard Casimir Ubaghs. Specialistische kennis is kennis afgeleid vanaf een bepaalde wetenschap en toegepast in een specifieke beroepspraktijk. Zo levert elke vakwetenschap zijn eigen specialistische kennis. Voorbeelden hiervan zijn aardwetenschappelijke kennis, geneeskundige kennis, geografische kennis, historische kennis en wiskundige kennis. Specifiek over bedrijfskundige kennis, stelt Ton de Leeuw dat zij een tweeledig doel heeft: het is kennis om te weten en kennis om te doen. Het gaat om begrijpen en ingrijpen. Bedrijfskundige kennis geeft verklaringen van inzichten in bedrijfskundige kennis. En bedrijfskundige kennis biedt hulpmiddelen voor het verbeteren en veranderen van de bedrijfskundige werkelijkheid. Bedrijfskundige kennis is probleemgericht, althans de kennis die in en voor specifieke probleemsituaties is verzameld. Algemene kennis is uiteraard niet onmiddellijk en zonder meer bruikbaar in een specifieke situatie. Bovendien geldt voor algemene bedrijfskundige kennis, zoals voor alle kennis, dat de praktische waarde ervan soms pas veel later blijkt.[11] Wat Ton de Leeuw hier stelt geldt voor vele soorten specialistische kennis. Het is gericht op een bepaalde specialistische werkelijkheid, vaak probleemgericht, niet zonder meer bruikbaar en soms pas veel later van praktische waarde. Voorbeelden van andere vormen van specialistische kennis zijn. Spirituele vormen van kennis worden door de diverse religies gezien als een bijzondere vorm van kennis, die boven de verschillende wereldse (inclusief wetenschappelijke) vormen van kennis verheven is. Volgens het Boeddhisme is de Drievoudige Kennis de hoogste vorm van kennis. Hieronder valt kennis van het bestaan van goden, hemelen en hellen, kennis van vorige levens, en kennis van Nirwana[12]. Talenkennis is kennis over de taal van een ander land of streek, en de ervaring in het spreken van die taal. Deze term is synoniem met talenknobbel. Bij talenkennis gaat het meestal om inzicht in en het spreken vanbuitenlandse talen. Voor vele beroepen in de handel, transport en dienstverlening is een talenkennis broodnodig. Het leren van een andere taal is een langdurig proces en dient meestal levenslang onderhouden te worden, anders zakt zulke kennis weer weg. Vakkennis is kennis voor de uitoefening van een bepaald beroep. Dit begrip "vakkennis" is verwant met de begrippen bekwaamheid, knowhow, kunde, techniek en vakmanschap. Vakkennis wordt in de praktijk beproefd en berust veelal op ervaring en gewoontes. Het is een enorm reservoir van kennis, waarmee de gehele maatschappelijke voortbrenging wordt vervaardigd. Voorbeelden van vakkennis betreft betonreparatie, bloementeelt, boekbinden, booglassen, groenteteelt, dakdekken, metaalbewerken, metselen, plaatbewerking, radioreparatie, schilderen, steigerbouw, tegelzetten, timmeren. Veel van deze voorbeelden stammen uit de landbouw en industrie. Maar alle handel en dienstverlening vergt evenzo eigen specifieke vakkennis en bekwaamheden. In het verleden is deze kennis is altijd van generatie op generatie overgedragen in de beroepspraktijk direct via de familie of anders via het gilde wezen. In sommige gevallen behoorde de vakkennis tot één van de bedrijfsgeheimen. Een beroemd voorbeeld zijn de glasblazers van Murano bij Venetië, die eeuwen hun geheimen bewaarden en zo een monopolie positie wisten te behouden. Sinds de afgelopen eeuw is dit steeds meer overgenomen door ambachtsscholen en beroepsopleidingen. Onder het begrip "voorkennis" in de handel en economie verstaat men de kennis van zaken bij een persoon voorafgaande aan een handelstransactie. Van voorkennis is sprake als een bepaalde handelstransacties door meerdere mensen wordt voorbereid, en pas in een later stadium wordt uitgevoerd. Deze voorkennis is dan aanwezig bij de betrokken partijen maar kan ook via via bij derden terecht komen. Met name op deaandelenbeurs is het niet toegestaan om op basis van deze informatie te handelen gericht op persoonlijk gewin. Sinds de Klassieke Oudheid zijn er door filosofen en wetenschappers allerlei visies ontwikkeld op het wezen van kennis, en hiermee bedoeld men vaak de wetenschappelijke kennis. Deze visies worden in dekennistheorie en wetenschapsfilosofie onderzocht en uitgelegd. De wetenschappelijke kennis wordt hierbij gerelateerd aan onderwerpen als axioma, demarcatie, empirische basis, empirische cyclus, grondslagen,hypothese, onderzoeksprogramma, paradigma, theorie, sciëntisme, verificatie, wetmatigheid, zinvolheidscriterium,[5] Zelfkennis kan zijn: het bewustzijn van het eigen zijn, of van de eigen denkwijze, emoties en gevoelens. Zelfkennis is voor degenen die het "zelf" als gedachte, emotie en gevoelens beschouwen niet het kennen van "het Zelf" maar de kennis van elke gedachte. Zelfkennis laat eventueel zien wanneer iets op waarheid berust of wanneer de gedachten op fantasie berusten bijvoorbeeld doordat het "zelf" zich geïdentificeerd heeft met de gedachten. Er zijn nog vele ander vormen van kennis, zoals: Kennis wordt vanuit verschillende vakdisciplines onderzocht. Hieronder volgt een overzicht.
[bewerken]Algemeen
[bewerken]Betekenissen
[bewerken]In de filosofie
[bewerken]In de wetenschappelijke theorie
[bewerken]In de managementtheorie
[bewerken]Historie
[bewerken]Onderwerpen
[bewerken]Eigenschappen van kennis
[bewerken]Het object van kennis
[bewerken]Het wezen van kennis
[bewerken]Kennis en het bewustzijn
[bewerken]Kennis en kennisverwerving
[bewerken]Kennis en modelvorming
[bewerken]Kennis, waarneming en realiteit
[bewerken]Mensbeeld en wereldbeeld
[bewerken]Specifieke vormen van kennis
[bewerken]Expliciete en impliciete, codified en tacit kennis
[bewerken]Godskennis
[bewerken]Specialistische kennis
[bewerken]Spirituele kennis
[bewerken]Talenkennis
[bewerken]Vakkennis
[bewerken]Voorkennis
[bewerken]Wetenschappelijke kennis
[bewerken]Zelfkennis
[bewerken]Meer specifieke vormen
[bewerken]Studies van kennis
[bewerken]Kennis: Toepassingen
[bewerken]Zie ook
[bewerken]Referenties
Zoek kennis op in het WikiWoordenboek. |
Wikiquote heeft een collectie citaten gerelateerd aan Kennis. |
Voor meer mediabestanden zie de categorie Knowledge van Wikimedia Commons. |
'
Lichaamstaalkennis lijkt zo vanzelfsprekend
Lichaamstaal vertelt ons veel over onszelf en andere mensen. Van deze kenniskunnen we nuttig gebruik maken in onze omgang met anderen. Voor de meeste lezers is dit niet geheel nieuw. Julius Fast sprak in 1970 nog over een nieuwe leer, maar de laatste jaren is lichaamstaal een begrip voor iedereen geworden. Wij ontvangen vaak mailtjes van mensen die moeten solliciteren die willen weten hoe ze zich het best presenteren tijdens hun gesprek: 'Wie moet ik het eerst een hand geven? Welke lichaamshouding moet ik aannemen? Wie moet ik aankijken en hoe lang?' Enzovoorts. En als er verkiezingen op komst zijn wordt ons gevraagd te kijken naar de lichaamstaal van politici. Waarom? Omdat steeds meer mensen zich ervan bewust worden van het feit dat je zonder woorden veel over jezelf onthult.
Zich een mening vormen
Maar doordat steeds meer mensen zich bewust worden van het belang van lichaamstaal, zijn er ook steeds meer mensen die zich er een mening over vormen. En daar loert het gevaar dat men losse elementen van de lichaamstaal gaat interpreteren zonder rekening te houden met de situatie en de context.
Vanzelfsprekend...
Het gebruik van lichaamstaal komt ons zo vanzelfsprekend voor: 'Natuurlijk gebruiken we lichaamstaal... dat doet toch iedereen!' Het lijkt zo gemakkelijk om een ander te beoordelen, alleen al op wat hij met zijn houding, gebaren, of mimiek uitdrukt. En vaak hebben we al snel onze conclusies klaar: deze persoon is zenuwachtig, nonchalant, assertief of verlegen... Toch is het gebruik en de uitleg van lichaamstaal niet altijd zo eenvoudig. Dit komt omdat lichaamstaal nogal onduidelijk en tamelijk inconsequent is: Geen enkel signaal heeft één onveranderlijke betekenis. Het is daarom gevaarlijk om bij het beoordelen van iemand zomaar af te gaan op alleen zijn lichaamstaal.
Geen eenduidige betekenis
Lichaamstaal is situatieafhankelijk, persoonsgebonden, verschilt per cultuur en mag niet los gezien worden van de gesproken taal en het hele gedragspatroon van een individu. Het situatie-afhankelijke van lichaamstaal houdt in, dat deze woordenloze taal is opgebouwd uit veel verschillende signalen die op zichzelf géén eenduidige betekenis hebben, maar alleen betekenis krijgen binnen een bepaalde context.
Gezelschapspelletje....
Het zou makkelijk zijn als we de betekenis van iemands lichaamstaal steeds in een boekje zouden kunnen opzoeken. We kunnen echter niet zo maar zeggen dat gekruiste armen 'ik sluit je buiten' betekent. Ook betekent wrijven over je neus niet altijd afkeuring of leugenachtigheid en strijken door je haar is niet altijd een teken van flirt of belangstelling. Dit zijn naïeve interpretaties waardoor serieuze benadering van lichaamstaal ontaardt in een gezelschapsspelletje. Soms zijn de interpretaties juist en soms niet, maar ze zijn alleen waar in de context van het hele gedragspatroon van de persoon. Wat iemand doet op een bepaald moment maakt veel verschil. Als iemand zit te luisteren met zijn armen over elkaar is dat een ontspannen houding, maar spreekt hij voor een groep met gekruiste armen, dan komt deze houding nogal geremd over. En als iemand met zijn armen in zijn zij staat (waar de Engelsen een mooie uitdrukking voor hebben: arms akimbo), dan zou je dat kunnen interpreteren als arrogant of zelfs agressief. Maar het kan ook zijn dat deze persoon erg trots is of dat hij juist een tegenslag moet verwerken. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar voetballers die een tegendoelpunt moeten incasseren. Vaak zetten ze meteen hun handen in de zij.
Er bestaan lichaamstaalboekjes waar je de betekenis van houdingen en gebaren uit kunt leren. En ook op deze site vindt je wel dergelijke interpretaties van lichaamstaal. Maar let op: gebaren en houdingen staan meestal niet op zichzelf. Beter kun je een cluster van houdingen, gebaren en gezichtsuitdrukkingen interpreteren.
Lichaamstaal en spreken gaan hand in hand
Lichaamstaal mag ook niet los gezien worden van de gesproken taal. Lichaamstaal en gesproken taal beïnvloeden elkaar voortdurend en zijn van elkaar afhankelijk.
De gesproken taal geeft ons niet de volle betekenis van wat iemand zegt en datzelfde geldt voor lichaamstaal. Als we alleen naar de gesproken woorden van iemand luisteren, krijgen we een even verwrongen beeld als wanneer we alleen op de lichaamstaal letten.
Julius Fast, de taal van het lichaam.
Afhankelijk van cultuur
Lichaamstaal verschilt in veel gevallen per cultuur. Er bestaan binnen culturen afgesproken tekens - embleemgebaren - die verwaring kunnen geven bij de interpretatie, als je er de achtergrond niet van kent. Deze groep van bewegingen heeft, net als woorden een duidelijke betekenis, maar alleen binnen die cultuur of subcultuur. (lifterssignaal, V-teken, OK-teken ). In een andere cultuur beteken ze soms iets totaal anders en dat kan leiden tot onaangename confrontaties tussen de cultuurleden die elkaar niet begrijpen.
Meer over de lichaamstaal bij andere culturen kun je vinden op deze pagina
combinatie van lichaamstekens
Sommige lichaamstekens betekenen op zichzelf staand niets, maar slechts in bepaalde combinatie zoals bij gespreksregulatie en begroetings- en afscheidsrituelen. De sociale laag waartoe mensen behoren, hun sekse en hun cultuur hebben invloed op hun lichaamsbewegingen. Dit betekent dat we non-verbale signalen aandachtig kunnen observeren, maar dat we wel moeten uitkijken met het overhaast trekken van conclusies zonder meer achtergronden te kennen.
Ziekte of medicijnen
Een uitdrukkingsloos gelaat kan de indruk geven dat een persoon emotieloos is, maar dit wordt misschien veroorzaakt door een ziekte (denk aan Parkinson) of door medicijnen die hij gebruikt. Op dezelfde manier heeft iemand die stijf is niet altijd wat meer beweging nodig en is iemand die niet kan blijven zitten en onrustig heen en weer loopt niet altijd zenuwachtig of ongeduldig.
Subcultuur en sociale laag
Je moet bij de interpretatie van non-verbaal gedrag ook kijken naar de subcultuur en sociale laag waar iemand uit komt. Als iemand gekleed gaat in een uitgebleekte spijkerbroek met rafels en kapot T-shirt, hoeft dit niets te zeggen over zijn slechte zelfzorg, zijn afkomst of misschien afwijkend gedrag. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld een asielzoeker, die anders gekleed gaat of ander gedrag vertoont dan wij in onze cultuur gewend zijn en die we daarom 'vreemd' vinden. Andersom zou je vanuit het oogpunt van een asielzoeker kunnen concluderen dat de kledingwijze in de westerse cultuur ook wat 'vreemd' is... Wat was ook al weer het nut van een stropdas?
Weinig afgesproken regels
Voor lichaamstaal bestaan weinig afgesproken regels en het onweerlegbaar interpreteren van datgene wat je aan een houding of gezichtsuitdrukking ziet gaat maar zelden op. Als ik mijn rechterbeen over mijn linker leg kan dat betekenen dat ik me naar iemand links van mij toekeer omdat ik hem aardig vind, of omdat ik zijn gesprek wil volgen.
Het kan ook zijn dat ik dit doe om mij juist af te keren van iemand die rechts van me zit omdat hij stinkt of omdat ik zijn verhaal zat ben.
Maar het kan ook gewoon zijn dat ik zo zit omdat het mijn favoriete houding is: ik zit gewoon lekker zo... of dat ik weleens van been wil wisselen omdat ik al een hele tijd met mijn linkerbeen over mijn rechter heb gezeten waardoor mijn voeten zijn gaan tintelen. Geen van de antwoorden is de enige juiste. Je moet dus altijd kijken naar het geheel en andere signalen.
Interpretatie van jouw lichaamstaal door anderen
Lichaamstaal is multi-interpretabel zolang je de context niet kent. Dat geldt ook voor anderen bij de beoordeling van jouw lichaamstaal. Iemand die uit een ander land afkomstig is kent bepaalde afgesproken gebaren uit de Nederlandse cultuur (embleemgebaren) niet of legt die verkeerd uit. Soms zijn er in verschillende culturen overeenkomsten in betekenis van gebaren, maar in en andere situatie kan de betekenis van een gebaar enorm verschillen. Dit kan leiden tot grote misverstanden. De opgestoken duim om te liften bijvoorbeeld, wordt bijna overal hetzelfde begrepen als in nederland. In enkele Afrikaanse landen en in Iran is het echter een obscene belediging. Je kunt daar het liftersgebaar dus beter niet gebruiken.
Wij worden niet altijd begrepen
We moeten dus voorzichtig zijn met de interpretatie van iemand anders zijn lichaamstaal, maar er ook rekening mee houden dat wij niet altijd begrepen worden aan de hand van wat wij non-verbaal uitdrukken. We moeten hierin wel proberen duidelijkheid te geven. Als we de indruk krijgen dat een ander onze lichaamstaal verkeert begrijpt moeten we om reflectie vragen en onze non-verbale boodschap aanvullen met een verbale boodschap.
Lees ook:
Persoonlijke lichaamstaal
Clusters: combinaties van lichaamssignalen
Gerelateerde onderwerpen:
clusters I gebaren I houding I oogcontact I mimiek
emotie I cultuur I persoonlijk I ontmoeting I contact
tekst: Frank van Marwijk.
© Bodycom Lichaamscommunicatie
Maak jouw eigen website met JouwWeb