'

11-02-08

KOSMISCHE WETTEN.

KOSMISCHE WETTEN IN HET DAGELIJKS LEVEN TOT BEWUSTWORDING VAN DE MENS - HOE TE LEVEN VOLGENS DE KOSMISCHE FEITEN -.

Kosmische wetten zijn geen wetten in de zin waarin wij een wet op aarde plegen te beschouwen. Een kosmische wet is in feite een structurele norm, geestelijk als materieel, die in het gehele wezen van de kosmos is ingebouwd. We kunnen dus een kosmische wet nooit overtreden, wij kunnen slechts een kosmische wet bewust beleven en deze dan ook voor onszelf gebruiken, of wij kunnen onbewust de kosmische wet naast ons laten voortbestaan waarbij alle gevolgen van die wet uit de aard der zaak, mens en geest, onverwacht overspoelen en overrompelen. Ik wilde dit gaarne vooropzetten opdat u zich niet zoudt vergissen wanneer wij spreken over kosmische wetten.Nu zijn er in de kosmos een aantal wetten die in feite varianten zijn op één en hetzelfde principe nl. harmonie. Wij spreken van oorzaak en gevolg, een algemeen erkende regel de causaliteit. Oorzaak betekent toestand plus keuze er moet iets zijn en er moet iets gebeuren uit de reeks mogelijkheden die bestaan, daaruit wordt de volgende reeks van keuzemogelijkheden bepaald. Daardoor zou men ook kunnen zeggen wordt het teloorgaan van de ene mogelijkheid opgevangen door het ontstaan van de andere mogelijkheid. Deze zijn in wezen gelijkwaardig ofschoon onze persoonlijke waardering daarvoor natuurlijk sterk kan verschillen.Dan hebben we daarnaast wat we noemen de wet van evenwicht, om deze heel eenvoudig te stellen zegt zij:

 

 

 Wanneer ter enerzijds energie verdwijnt zal te anderen plaats en te anderen delen energie moeten verschijnen van gelijke waarde en betekenis, ofschoon niet noodzakelijkerwijze van gelijke geaardheid.

 

 

Hierdoor wil men aangeven dat het heelal een in zich besloten geheel is waarin weliswaar veranderingen optreden maar waarbij de totale waarde van de kosmos gelijk blijft, hiervoor zijn vele filosofische of theologische argumenten aan te voeren. Een derde kosmische wet, die men heel vaak aanduidt ook weer met harmonie stelt ongeveer wederom vereenvoudigd weergegeven;

 

 dat wat ik ben kan ik alleen beleven toch niet veranderen. Indien mijn belevingen aanpassen betekenen bij het verder bestaande, zal ik een geheel vormen met het bestaande. 

 

 

Zoals u ziet komt dit alles neer op een zekere evenwichtigheid maar daarnaast komt het neer op een veel grotere vrijheid dan de mens gewend is te aanvaarden. Het betekent ook een veel grotere persoonlijke aansprakelijkheid dan je als mens graag op je pleegt te nemen.Wanneer mij wordt gevraagd om dat meer praktisch en met voorbeelden te verduidelijken dan kan ik dit alleen doen door allereerst te wijzen op het feit dat u als mens dus niet leeft volgens de werkelijke feiten maar volgens uw interpretatie daarvan. Door een interpretatie dan kan ik de betekenis van een feit veranderen; ik kan het feit zelve niet veranderen. Laten we een voorbeeld nemen om dit duidelijk te maken: Iemand gaat over, overlijd dus, nu kan ik die mens ontzettend graag gezien hebben, dan is dat voor mij een slag, die mens is heengegaan en ik zie dat als een verarming van mijn leven.Ik heb diezelfde mens voortdurend benijd en gehaat, hij was mij een hinderpaal, ik ben blij dat hij over is. Het feit van de overgang blijft hetzelfde, de benadering wordt een andere. Nu kan die benadering natuurlijk op feiten gebaseerd zijn. We kunnen zeggen de overledene was voor de één een zeer goede mens, voor de andere was hij inderdaad een voortdurende lastpost een hinderpaal, maar misschien was die mens wel tegen allebei die mensen precies gelijk in zijn gedrag van zich uit, maar wat de ene mens kon waarderen en kon aanvaarden en daardoor er beter en gelukkiger van werd, was voor de ander iets wat onaanvaardbaar was. Zuiver een persoonlijke kwestie zodat de één hem liefhad om dezelfde eigenschappen waardoor de ander hem haatte. Wanneer ik dus in het leven kom te staan tegenover feiten moet ik mij altijd eerst realiseren "ik kan de feiten niet veranderen". Morgen kan ik mijn gedachten misschien veranderen maar vandaag is een feit. De manier waarop ik leef in dit feit, is iets wat alleen van mij zelve afhangt.Naarmate ik mijn wereld meer herken zoals ze is, dus leer de feiten te aanvaarden, zal ik mijn keuze dus mijn eigen gerichtheid ook weer bepalen op grond van feiten. Ik blijf mijzelf wel maar in plaats van dat ik me laat misleiden door allerhande ideeën die niet te verwezenlijken zijn. Kies ik nu die ene keuze waardoor mijn idee waar wordt voor mij. In het eerste geval zal ik een ongelukkig mens zijn, in het tweede zal ik heel waarschijnlijk een tijd lang de bevrediging kennen van bereiking, het waar maken van iets. Ik geloof niet dat ik daarvoor een voorbeeld behoef te geven. Het spreekt voor zichzelf neem ik aan.Nu gaan we dus proberen om die kosmische wetten te zien in het menselijk leven en ten aanzien van de menselijke normen. Er zijn heel veel misvattingen, een van de veel voorkomende is bv. dat arbeid alleen volgens de sociale normen kan worden gewaardeerd en geconstateerd. Dat is natuurlijk niet waar. Ik ken mensen die in hun tijd hard gewerkt hebben maar meestal in de tijd dat ze officieel verlof hadden. Nu is wat die mens in verlof doet ook arbeid maar in deze arbeid is hij spelende mens, zijn taak is voor hem niet een vervreemding van eigen vermogen en wezen, een afstand doen van dat wat hij is en wil, maar een vervulling ervan. Wanneer ik arbeid alleen ga definiëren als datgene doen wat je eigenlijk tegen wil en dank moet doen, dan maak ik dus al een grote fout, ik zou eerder moeten zeggen, een mens kan pas geestelijk juist en harmonisch leven, wanneer die taak en die arbeid gekozen wordt die hij voor zichzelf aanvaardbaar vindt. Iets waarin hij kan opgaan, iets wat hem niet alleen een taak maar ook een vreugde is. Ik weet dat dit sociaal-economisch onaanvaardbaar is. En ik weet ook dat dit vele moeilijkheden geeft in een maatschappij, dat velen van u uit zullen roepen; dit kan ik niet. Voor sommigen, de ouderen die zover van dat werkelijke leven, dat ze zouden willen voeren, vervreemd zijn, kan ik dat begrijpen, voor hen is het bijna onmogelijk om op hun schreden terug te keren. zij hebben al wat zij in zich droegen aan vreugde geprojecteerd ergens buiten het normale leven en maken dat misschien een ogenblik bijna, maar nimmer waar. Maar vooral de jongeren kunnen daarmee wel rekening houden. Wat je doet moet je een vreugde zijn, je moet er belangstelling voor hebben. Zou je van dit standpunt uit gaan dan kom je al heel wat verder. Hiermee schep ik niet alleen harmonie, want ik voel mij omdat ik opga in mijn arbeid ergens deel van de gemeenschap. Ik heb een plaats, ik heb een functie, maar ik betrek die gemeenschap op mijn functie en niet alleen op mijzelf.Ik ben daardoor met de mensen verwant ik kan een contact krijgen met de maatschappij met de wereld, maar ook omdat ik opensta voor alles met geestelijke krachten en geestelijke waarden die geboden zijn.Doe ik dat niet dan zult u wel begrijpen dat ik agressie krijg. Wanneer ik werk tegen wil en dank, alleen omdat ik geld moet verdienen, dat is op aarde toch heel vaak zo, dan haat ik op den duur mijn werk, omdat ik het beschouw als een soort betaalde gevangenschap. In die betaalde gevangenschap wil ik uitbreken, maar dat uitbreken dat kan dan niet meer normaal gebeuren want de gemeenschap is ergens mijn vijand geworden. En of ik die vijandschap nu zie als een noodzaak om een ander af te rossen, of om veel te drinken of wat anders, het is een vlucht voor die maatschappij die ik niet aankan en die ik haat. Dan kan ik nooit werkelijk gelukkig zijn, zolang ik een minachting heb voor de maatschappij omdat ik op de plaats waarop ik werk mijzelf niet kan erkennen als deel van de maatschappij dan ben ik verloren. Dan zal ik altijd voor mijzelf disharmonisch zijn. De feiten veranderen niet, wat wel verandert is mijn beleving ervan. Wat voor de mens die tevreden is alleen een aansporing zou zijn om beter te werken om meer nog te doen, meer te beleven zou voor de mens die die arbeid haat een aanleiding worden om brokken te maken om anderen aan te vallen en zo zichzelf a.h.w. te vervreemden van iedereen en alles, tot hij in een verlatenheid staat waar hij geen uitweg meer vindt, een machteloosheid waarbij hij zich voortdurend door vijanden achtervolgd voelt.Het zal u duidelijk zijn dat we iets dergelijke niet kunnen hebben. Daar moeten we dus zoeken naar een harmonische oplossing en wat harmonie betreft is de harmonische oplossing geloof ik deze, en schrik nu niet wanneer het een beetje onconventioneel klinkt:Doe wat je wilt zolang je daardoor het gevoel hebt méér met de mensheid verbonden te zijn. Leef niet volgens een bepaalde opvatting die je tegen de schreef gaat, maar probeer jezelf een wet te stellen. Natuurlijk ik weet dat uzelf ook wel eens dingen hebt waarvan u vindt dat is niet juist, dat kan ik eigenlijk niet doen, en die u toch doet. Maar op het ogenblik dat u begrijpt; hier is iets wat voor mij niet past, zonder dat het verwerpelijk of schuldig is, kunt u die keuze handhaven zonder dat u in conflict komt met de wereld. Op deze manier kun je je deel voelen van de gemeenschap, van de maatschappij, van de mensheid en direct of indirect ook van alle geestelijke krachten die met die mensheid verbonden zijn, zonder dat je daarbij dus ooit ergens in strijd komt met jezelf en de wereld.Een tweede punt wat ik hier onmiddellijk aan moet toevoegen is wel iemand die handelt volgens hetgeen hijzelf juist en harmonisch acht, zal ook moeten handelen, en dat is heel erg belangrijk, op de wijze die hij voor zich tegenover anderen verantwoord en harmonisch acht. U kunt dus niet zonder meer zeggen: Ik wil dit, dus doe ik dit, de maatschappij gaat mij niet aan. Maar je kunt wel zeggen: Ik voel dit als het meest juiste, ik zal het doorzetten zolang ik die maatschappij of anderen daar niet het slachtoffer van maak.Dan kom ik vanzelf tot punten die eigenlijk van meer belang zijn voor mij, en misschien minder voor u. Misschien hebt u nooit nagedacht over het heelal. Het heelal is ook zo complex en zo enorm groot. Maar dat zal ongetwijfeld een of andere cel in uw lichaam ook zeggen tegenover de totaliteit van dat lichaam, waartoe hij behoort, Toch is dat lichaam ergens een organisme. In dat lichaam hebben alle cellen hun eigen taken en eigen functies en die kunnen zelfs strijdig lijken. Echter zijn al die functies noodzakelijk voor het juist functioneren van het lichaam en zolang er een evenwicht bestaat bent u gezond. Stel nu de kosmos is een organisme, het bezit misschien geen leven zoals u dat menselijk definieert maar het bezit wel degelijk leven. Het is bezield. Er is een vaste samenhang tussen al die sterren en sterrennevels. Ze zijn ten opzichte van elkaar al organen, ze wisselen krachten uit. Die balans van het geheel bepaalt dan het verloop van het gebeuren in het Al. Want het is de harmonie in het geheel die bepalend is en ook de verstoring, niet voor één deel ervan, maar voor alle delen. Dan kan ik misschien nu ook zeggen die kwestie van evenwicht die zal heel vaak met zich meebrengen dat ergens een tekort ontstaat dan moet ik misschien dat tekort aanvullen. Daar dit een functie is van het organisme als geheel en niet een vrij besluit van mijzelf, kom ik dus in omstandigheden waarin ik, ongeacht hoe ikzelf reageer of handél. in het totaal gebeuren een bepaalde rol ga vervullen.Dan volgt hieruit dat dus tegenstellingen noodzakelijk zijn misschien zelfs op uw wereld onvermijdelijk en noodzakelijk zijn. Dat veel elementen die wij als strijdig of als tegenstelling zien in feite alleen maar het functioneren van een organisme zijn, waarbij verschillende delen nu eenmaal verschillende functies moeten hebben en daardoor, zodra een van hen probeert de functie van de ander te resorberen, het slachtoffer wordt. We kunnen ons dat bv. voorstellen bij cellen die op een gegeven ogenblik zo uitgroeien dat de bloedsomloop wordt gestoord, dan kan dus het bloed niet meer de zuurstof toevoeren op de juiste wijze en dan zal er een woekering ontstaan. Wij kunnen ons dat op soortgelijke wijze voorstellen met bv. kanker. Bij kanker denken de mensen altijd direct aan iets dat heel erg kwaad wilt. De kanker is niet kwaadwillig op zichzelf, ze is eenvoudig het resultaat van een defect nl. een celkerndefect dat veroorzaakt wordt door de aanwezigheid van iets wat we dan microkristalvirus zouden kunnen noemen. Een stof dus die een celbeschadiging toelaat en waarbij het doordringen van die stof in die cel een verandering, een penetratie moet ik zeggen van de celwant een verandering in celkern betekent. Door de verandering van de celkern kan de cel niet meer als deel van het organisme functioneren, maar functioneert tegen het organisme in. Als u een klein beetje weet ervan dan zult u begrijpen hoe belangrijk dit voorbeeld is. Want om zelf te kunnen leven, zal die kankercel dus de omringende weefsels leegzuigen. Wanneer ze tot een celdeling komt, dan is die celdeling niet maar alleen een kwestie van een zich voortplanten. Veel belangrijker is daarbij dat bij die celdeling een celdood ken ontstaan, een cel sterft af, in die cel hebben zich door de andere kernstructuren bepaalde stoffen gevormd die wederom andere cellen dus penetrabel maken, die het treffen door die bepaalde aanwezige stof van de celkern, aanmerkelijk vereenvoudigen, er ontstaat wederom celaantasting, er ontstaat wederom celuitzaaiing van een kanker. In de kosmos zouden wij ons iets dergelijk wel voor kunnen stellen, maar aangezien het een veel groter lichaam is zou een kanker dus heel iets anders moeten zijn dan een mens. Een mens kan dus geen kankercel zijn, hij zou misschien een virus kunnen zijn maar geen cel, dan mogen we dus aannemen dat op een gegeven ogenblik het lichaam geweldig gaat worden en dan zien we inderdaad onder bepaalde omstandigheden dat het lichaam zich herstelt en wat doet het nu, het gaat bepaalde stoffen toevoegen aan de omringende cellen die eigenlijk niet meer levensvatbaar zijn. Hierbij wordt de celkern van die cel gedood maar er ontstaat iets wat we een soort verharding kunnen noemen. Het wordt een soort plantachtig weefsel waarbij de cellen eigenlijk niet eens tot deling kunnen komen in een lichaamsmilieu. Dat noemen we dan een inkapseling, zolang de inkapseling bestaat zal de kanker sterven in zijn eigen sappen want het kan zelf net zomin tegen hetgeen de stervende cel produceert als een andere cel en zal daardoor de kanker tot rust komen of slinken.Wanneer je van dat denkbeeld uitgaat dan zou je dus kunnen stellen; wij zijn misschien ergens een virus, maar als virus kunnen wij goed of kwaad zijn. Dat we bestaan daar kunnen we niets aan doen, maar op het ogenblik dat ik in een eenvoudige cellenstructuur een woekering tot stand kan brengen betekent dat heel vaak dat daardoor de complexiteit van die structuur toeneemt en daardoor uiteindelijk ook de reeks mogelijkheden. Het is bv. vreemd dat bij zeer lage weekdieren lichtgevoeligheid, onder omstandigheid een soort kanker ten gevolge heeft nl. een celverval dat met ziekteverschijnselen gepaard gaat en uiteindelijke zich ontplooit vreemd genoeg in een celverandering van de omliggende weefsels waardoor dan iets kan ontstaan als een oog, een heel primitief oog misschien, maar het ontstaat.Wij zouden moeten zeggen, goed of kwaad is eigenlijk alleen maar een kwestie van waar, waar vindt het plaats? Daar nu het hele Al een organisme is en vreemde organismen daar niet kunnen indringen moeten we ook aannemen dat daarin dus eigenlijk het gebeuren voldoende gereguleerd is om het onbeheerst ontstaan bv. van een kankercel, een woekering, een verandering niet zal voorkomen, slechts daar waar het noodzakelijk is zullen die dingen gebeuren.Geest kunnen we beschouwen als energie. Wanneer we energie hebben dan kan die energie in vele vormen optreden. Maar die energie is noodzakelijk om a.h.w. kracht te geven aan elke verschijningsvorm. Een cel zonder energie is geen cel. Het is haar reactie op het milieu voortkomend uit de in haar gebouwde energie waardoor ze reageert. Een mens is pas een mens wanneer hij op zijn milieu reageert, precies dezelfde manier. De geest, de energie is noodzakelijk. Zonder geest is een mens een vorm, maar hij is geen samenhangend organisme hij is geen geheel. Op grond daarvan zeg ik nu, daar mijn functie in de totaliteit feitelijk altijd belangrijk is, is het aan mij om die functie zo te aanvaarden en te vervullen dat ze mij losmaakt van mijn misvattingen mijn verkeerde interpretaties en dat ik door ervaring en erkenning leer de juiste weg te gaan. Mensen hebben bv. seks en liefde vereenzelvigd, het zijn twee verschillende dingen. Wanneer de mens voortgaat seks en liefde te vereenzelvigen dan komt hij tot een conflict waardoor de seks overblijft en de liefde verdwijnt. Gaat hij beseffen dat de liefde een factor is die in het ik bestaat, onafhankelijk van de nevenverschijnselen, dan zal hij daarentegen dus juist door het wegvallen van een dwang die ergens ligt, beter liefhebben en hij zal ook meer tevreden, om niet te zeggen bevredigd zijn. Dat je dat als mens natuurlijk allemaal niet zo gemakkelijk neemt kan ik begrijpen. Het is voor een geest ook erg gemakkelijk om er over te praten, wij hebben zelfs de pil niet nodig. Maar toch is dit een van de belangrijkste factoren. Precies hetzelfde “bezit". De mensen denken bezit dat is datgene waarover ik beschikken kan. Dat is waar, maar beschikken houdt actie, houdt gebruik in. Al datgene wat ik niet zelve kan gebruiken bezit ik niet werkelijk, alles wat ik op grond van een niet door mijzelf gehanteerd bezit eis, is dus eigenlijk een eis die ik aan de buitenwereld stel. Die eis die wordt vervuld, door de maatschappelijke structuur, maar brengt de terugslag met zich want er moet evenwicht zijn. Om een zekere harmonie tot stand te brengen zal ik een last moeten dragen in overeenstemming met het door mij niet feitelijke beheerde bezit.Nu is het geestelijk allemaal eenvoudig. Ik verwacht ook niet van u dat u daar onmiddellijk iets aan gaat doen, dat kunt u haast niet, maar een kosmische wet zegt bv. ook dat je als functie in een organisme moet werken tezamen met anderen en mede voor anderen. Het gaat er niet om wat uw rechten of plichten zijn volgens gestelde regels, het gaat erom wat uw recht of uw plicht ie volgens uw eigen relatie met uw milieu. Bv. u werkt in een ploegensysteem, u wordt betaald naar productie, iemand valt uit, u begint onmiddellijk nijdig te worden, die man mag zijn aandeel niet hebben, dit mag niet en dat mag niet. U verknoeit tijd? Het resultaat is niet alleen een lagere opbrengst, een lagere productie, maar het resultaat is ook dat die ander wanneer u uitvalt u niet zal helpen. Dus zoudt u moeten zeggen: Zelfs wanneer ik er niet aan verdien wanneer het nodig is, zal ik voor een ander in de bres springen. Wanneer een ander honger lijdt en ik heb brood dan zal ik die ander brood geven, niet omdat het mijn plicht is of omdat het het recht van die ander is, maar doodgewoon omdat wij samen moeten functioneren in het geheel, en daarbij moeten wij elkaar opvangen omdat we geen van allen zonder fouten zijn.Hier krijgt u dus vanzelf een nadruk op harmonie die eigenlijk veel verder gaat. Ze komt in de richting van wat men propageert als naastenliefde en zelden in de praktijk brengt nl. het "anderen dienen" en dan vergeet men er meestal bij dat er staat geschreven “heb uw naasten lief gelijk uzelf". Dat zou je kunnen vertalen met doe anderen slechts wat gij uzelve gedaan wilt hebben. Maar je kunt natuurlijk nog een stap verder gaan en de zaak heel eenvoudig stellen. Om zelf te kunnen leven moet ik de ander zien als een verlengstuk van mijzelf. Ik moet begrijpen dat ik deel ben van een geheel. Er mag tussen die ander en mij geen grens bestaan van bezit of regels of recht of plicht. Er moet tussen die ander en mij alleen de erkenning zijn van noodzaak en de bereidheid om wederkerig te helpen. En nu hoor ik u onmiddellijk denken ja; en de meesten doen het niet. Waarom zou ik het dan wel doen? Iemand moet beginnen. Als u tien keer een mens helpt, zonder dat het u verder brengt, dan hebt u voor uzelf een harmonie geschapen dan zal die mens, die u geholpen hebt misschien misbruik van u gemaakt hebben, maar uw relatie met het geheel is veranderd het geheel gaat dus iets teruggeven. Begrijpt u? Dit is eigenlijk zo: Wanneer ik mijn relatie met de wereld waarin ik leef verander door mijn eigen instelling, dan moet die wereld daarop een antwoord geven. Wanneer ik vandaag geef aan Piet dan kan ik over tien jaar, maar misschien ook morgen terugkrijgen van Jan, Klaas enz. Ik weet niet wanneer en hoe, maar ik weet wel dat ik terugkrijg op het ogenblik dat ik van node heb. Zolang ik meen dat ik iets van node heb en het niet werkelijk nodig heb, krijgt ik het niet. Want ik heb zelf gegeven op begrip van noodzaak ik zal alleen terugkrijgen in begrip van noodzaak. Laten we een vb. nemen: Een automobilist ziet een ander s’avonds langs de weg staan, geen benzine. Hij heeft 10 liter bij zich, hij zegt hier is 10 liter, die ander heeft geen geld, bij zich, nou ja dat geeft niet help dan maar eens een ander. Die beiden zullen elkaar nooit weer ontmoeten. Maar die gever nu rijdt een tijd later in een vreemd land zonder benzine er komt een ander langs en die vraagt wat is er aan de hand? Ik heb geen benzine meer en ook geen vreemd geld. Ik heb hier een blikje met 10 1iter, neem dat maar, dan heeft hij het teruggekregen, dan krijgt hij zoveel terug dat hij in elke geval zover kan komen dat hij zelf kan tanken. Hij krijgt dus niet zoveel dat hij thuis komt maar zoveel dat hij zichzelf weer verder kan helpen. En zo is het die eerste keer eigenlijk ook geweest.Geef niet om terug te krijgen van degene die ontvangt, maar geef eenvoudig om in het geven de harmonie te vinden met het geheel waardoor ook uw eigen behoeften door het geheel mee gedekt worden. Op die manier wordt het ook duidelijk hoe er een zeker evenwicht is. Want eigenlijk is het evenwicht ik heb hier gegeven, het is naar Spanje gegaan, en ik heb het daar terug gekregen. Er is hier een verandering gebeurd, maar die energie die kan ook in mijzelf liggen. Ik wil een mens genezen, paranormale genezing, ik geef die mens kracht maar ik geef die echt met het idee; nou kun je zien hoe groot ik ben. Ik zal die kracht geven maar ik krijg ze niet terug, want in het geven heb ik eigenlijk mijzelf gegeven, maar niet aan de andere. Maar nu ga ik naar die mens toe en ik ben zelve misschien uitgeput maar ik denk die moet ik helpen, ik geef kracht. Vreemd genoeg en hoe weet je niet, krijg ik die kracht terug, ik herstel mij, ik voel me zelfs fitter dan voor ik begon. Er gaat een tijdje overheen misschien, maar het gebeurt. De energie die ik hier heb weggegeven is dus van daar ergens teruggekomen, er kunnen geen hiaten zijn in het heelal. Dat zegt ook de wet van gelijkblijvende velden, die dus weer een variant is op de wet van evenwicht.Ik kan nooit energie wegnemen, zodat er niets overblijft. Waar de ene energie verdwijnt, zal de andere verschijnen. Waar ik het één moet ontberen, zal het andere in verschijning treden. Dat betekent in het dagelijks leven eigenlijk dat ik altijd over de krachten ook zal beschikken die ik nodig heb, wanneer ik maar bereid ben om die krachten ook aan anderen te geven. Vb. Jezus doeg het kruis voor de mensheid en in de vorm van de Sirener, droeg toen de mensheid een eindje het kruis voor Jezus. Hier blijkt ook weer, wat je geeft komt weer terug. De kracht die ontbrak bij de één, was bij de ander aanwezige. Daardoor kon het noodzakelijk proces voortgaan. Wij zullen in ons leven heel vaak kracht besteden waarvan we ons afvragen: Is ze nou eigenlijk wel goed besteed? Waarom zou ik me moe maken die mens die kan dat zelf wel. Ja, maar wanneer ik die mens help dan krijg ik niet alleen hulp, maar dan krijg ik ook die energie ergens terug. Ik vind er wat voor terug. Mensen denken altijd het leven is iets van geven en nemen, neen het is eigenlijk een kwestie van delen. Wat je met elkaar deelt dat maakt voor jou het werkelijke wereldbeeld uit, het bepaalt wat die wereld voor jou zal zijn en wat jij voor die wereld bent. En dan moet je dat niet met menselijke maatstaven meten, dat zeg ik er onmiddellijk bij. Er zijn mensen die zeggen; ja ik heb zoveel voor anderen gedaan, maar als het erop aankomt dan laten ze mij in de regen staan. Ja, hoe hebt u het gedaan, wat hebt u in feite gedaan? En wat is in feite nodig. Energieën kunnen veranderen. U geeft iemand geestelijke steun en een ander geeft u 10 fr. om naar huis te komen. Dat is ook mogelijk. Een wisselwerking die altijd doorgaat. Wil je die kosmische wetten omzetten in een menselijke praktijk dan zal je rekening moeten houden met de volgende punten:

 

 

 1.                  Mijn eigen besef is de enige wet die ik kan overtreden, met een werkelijke schade voor mijzelf.

 

 

 2.                  Er is maar één werkelijkheid en deze bestaat uit feiten, alle interpretaties van feiten geeft het aanzien van onwerkelijkheid. Leef daarom volgens de feiten en niet met een interpretatie daarvan.

 

 

 3.                  Deelgenootschap hebben in het leven en in een zo groot mogelijk deel van het leven, betekent dat men ook de kracht, de mogelijkheid, besef, het licht, de energie en al wat er is uit dat leven waarvan men deel is zal kunnen putten waar dit nodig is. Wie echter zichzelf isoleert van anderen staat alleen.

 

 

 4.                  Wanneer ik een belofte doe dan leg ik mijzelf een wet op. Een belofte breken betekent dus voor mij dat ik mijn eigen wet overschrijdt. Wanneer ik mijn belofte als onjuist beschouw dan moet ik kenbaar maken dat ik dat als zodanig ervaar, dan pas ben ik gerechtigd om te handelen alsof die belofte niet bestond. Mijn eigen wet wordt gevormd door datgene wat ik voor mijzelf als regel en verklaring vastleg tegenover de gemeenschap. Deze regels stammen uit mij, alle gevolgen van een overschrijding liggen in mij.

 

 

 

 5.                  Alle demonen en duivelen in de wereld die ik moet vrezen wonen in mijzelf. De kosmos is niet kwaad. Het kwade is datgene dat ik voor mijzelf tot het kwade maak. Laat mij daarom het goede nastreven dat ik ken, en niet het kwade bestrijden, want in de vermeerdering van het goede zal het kwade verdwijnen. Maar in de bestrijding van het kwaad zullen de mogelijkheden tot kwaad zich voor mij vermenigvuldigen.

 

 

 

 6.                  Trouw zijn aan jezelf, aan je innerlijke waarheid, terwijl je gelijktijdig tracht het geheel te dienen is de enige weg om voortdurend bewust voor een ander te leven. Een mens die steeds voor zichzelf heeft geleefd, ook al leeft hij tegenover de buitenwereld nog zo goed, en heeft hij zoveel goed gedaan, maar hij deed het alleen voor zich, omdat hij er iets voor terugwenst, al was het maar een dankje of een aanzien, die zal naar de overgang een geest zijn in het duister. D.w.z. geïsoleerd. Eerst wanneer hij erkent dat hij geen recht heeft op erkenning voor dit zogenaamde goed, zal hij licht zien. Een mens die tegen zichzelf is ingegaan en meent dat een ander zijn fouten even zal beschouwen als hijzelf dit bij anderen heeft gedaan, leeft in het duister en kan pas tot het licht komen, dus tot een bewustzijn en contact met het al voor hemzelf aanvaardbaar, op het ogenblik dat hij accepteert dat hij fouten heeft begaan en erkent dat anderen het recht hebben die fouten te beoordelen in hun contact met hem.

 

Lieve mensen, jullie denken dat jullie het zo goed weten maar wat weten jullie eigenlijk? Ook ik denk soms dat Ik dingen weet maar wat weet ik eigenlijk? We weten zo onnoemelijk weinig. Wat weten we van verschijnselen als tijd. Tijd is voor u een continuïteit maar het is heel goed mogelijk dat er grote hiaten liggen, tussen wat u ogenblikken zijn. Hoe groot die hiaten zijn kunt u niet bepalen, omdat uw besef alleen reageert op tijd. U meent misschien dat u de ruimtelijke structuur nu langzamerhand onder de knie heeft, maar wie zegt u dat niet ergens op een elektron, op een baan van een of ander atoom een beschaving leeft net als de uwe, die in haar kleine wereld meent dat ze leeft in een Al, die in feite niets meer is dan een speldenknop.We moeten weten dat we weinig weten omtrent de werkelijkheid. Voor ons kan als werkelijkheid alleen gelden wat kenbaar is, wat manifest is, wat duidelijk is. Laten we dan niet proberen om stellingen in plaats van de feiten te stellen. Daar waar onze ervaring en aanvaarding van de feiten voor ons niet voldoende is, kunnen we trachten de zaak aan te vullen met de theorie en ook met de praktijk, die ons tot een verdere erkenningmogelijkheid of ervaringsmogelijkheid voert. Maar ook deze moet in feite kenbaar zijn. Wanneer u harmonisch wordt met de wereld dan moet die wereld iets terugdoen. Wat? Ja, dat ligt aan uzelf. Wanneer u vijandig bent tegenover de wereld en voortdurend alleen maar afbrekende kritiek hebt, dan zal die wereld u afbreken en ze zal u isoleren. Dat zijn feiten. Wanneer u handel drijft en onrechtmatige winst neemt, dan komt het ogenblik dat uw onrechtmatige winst wordt genomen door een ander op even onrechtmatige wijze. En voor u even pijnlijk als voor uw patiënten indertijd. Wanneer u macht uitoefent op een ander en daarin uw grootheid zoekt te vinden, komt er een ogenblik dat iets of iemand sterker is dan uzelf. Dat wat je creëert vanuit jezelf, wat je aan de feiten kunt toetsen wat voor jou werkelijkheid is, een hanteerbare werkelijkheid is het enige waarmee je kunt leven, het is het enige waarop je kunt bouwen. Je moet niet op aarde bv. leven voor een hiernamaals je moet op aarde leven voor de wereld en indien dat je niet voldoende is dan spreek je over het hiernamaals, je denkt over het hiernamaals, je probeert de kracht van het hiernamaals waar te maken. Wanneer dat gebeurt dan heb je de bevestiging: zo is het goed. Wanneer u meent dat u tekort komt moet u zich eerst eens afvragen of U werkelijk tekort komt. Heel gewoon. U zult tot vreemde conclusies komen. U zult leren dat het uw taak en uw mogelijkheid is, ja uw noodzaak om eigenlijk te selecteren. Het is niet; ik wil iets wel en ik wil iets niet, nou ja het laat me onverschillig. Het is, ik wil, of ik wil niet een definitieve keuze wanneer ik een keuze maak dan komt uit die keuze een gevolg voort. Dat gevolg maakt me duidelijk of zijn keuze juist is. Oorzaak en gevolg zijn voor mij een erkenningmogelijkheid. Wanneer ik door een harmonie die uit mijn keuze voortkomt, groter deelgenootschap vind in de totaliteit dan is dat ook manifest, dan komt dat niet alleen tot uiting in dat innerlijke gevoel van verhevenheid, dan komt het zelfs tot uiting in hetgeen ik materieel krijg.Verklaar de dingen voor jezelf niet weg, zeg niet; ik word bezocht door vele kwalen omdat de Heer mij liefheeft, of omdat dit een inwijdingsbeproeving is die ik door moet maken; Het zou beide mogelijk kunnen zijn, maar als de Heer u liefheeft dan zult u die liefde kunnen vinden als een kracht die compenseert voor hetgeen u dragen moet, en daardoor zult u veel meer kunnen verdragen en méér presteren dan denkbaar is. En als het een inwijding is waarvoor je die lasten moet dragen dan zul je niet alleen die lasten moeten dragen, maar dan zult u ook in uzelf een besef vinden waardoor je die lasten niet alleen draagbaar maakt maar gaat begrijpen wat hun zin is en daarmede ze kunt inpassen in de werkelijkheid van uw bestaan.Lieve mensen geestelijk werk is allemaal heel mooi, maar geestelijk werk kan niet los staan van uw wereld of van uw feiten want dat is het enige waar u zich aan vast kunt houden. En dat betekent dat al uw beredeneringen van nul en gene waarde zijn zolang ze van uzelf uitgaan en willen oordelen over anderen.Dat betekent dat al uw beredeneringen van nul en generlei waarde zijn zolang u niet ergens de mogelijkheid gaat vinden voor het bewijs. Tot op dat ogenblik is elke stelling alleen maar een werkhypothese iets waarmee je misschien eens iets zoudt kunnen doen. Stel geen zekerheden waar ze niet bewijsbaar zijn.Waar je voor jezelf een bewijs vindt van iets, of het nu het bestaan van de geest is of wat anders, baseer u daarop en u zult nieuwe bewijzen zien ontstaan.Hoe meer u afwijst in de wereld, hoe minder in de wereld voor u kenbaar kan worden. Onthoud dat aanvaarding in het leven een van de meest belangrijke factoren is. Door aanvaarding alleen kun je de betekenis leren herkennen, kun je werkelijkheid zien.Daar waar die aanvaarding afwezig blijft zult je niets zien en waarschijnlijk de anderen voor dwazen uitschelden en beschimpen omdat zij menen zoveel meer te zien. Kosmische wetten zijn een handige leiddraad om in uw werkelijkheid voortdurend meer bewijzen te vinden. Beschouw hetgeen ik u gezegd heb als een werkhypothese, niet als een zekerheid, maar neem er proeven mee, u zult ontdekken dat, misschien niet volledig en woordelijk volgens hetgeen ik u gezegd heb, maar op uw eigen wijze die dingen juist zijn en daar waar ze voor uzelve juist zijn kunt u ze deel maken van uw leven, van uw besef en zult u als vanzelf die bewustzijnsuitbreiding ondergaan die sommige inwijding noemen en die anderen misschien een geestelijke verlichting noemen of een ingeving van de Heilige Geest.Want woorden en namen zijn alleen maar belangrijk voor mensen, maar geaardheid, kwaliteiten die feitelijk zijn, zijn belangrijk voor alle tijd, voor alle mensen en in alle denkbare werelden.

Goeden avond vrienden.

 

 

 

   

Uitgesproken te Antwerpen op 15 april 1969.

 

 

   

Informatie aangaande de bronnen van de  teksten kan je vinden op volgende website's:

 

 

   

http://users.skynet.be/rabdomantie.center/

 

 

 

       http://www.saint-pierre-les-bregines.org/

 

'