Opsommingen van Boeddha

10 krachten

(Sanskriet: dashabala; Japans: juriki)

De 10 vermogens van de boeddha’s, de inhoud van zijn volmaakte kennis. De precieze invulling wisselt van tekst tot tekst. Dit zijn twee varianten:

Variant 1

  • kennis van wat in een gegeven situatie goed of niet goed is om te doen
  • kennis van de rijping van de karmische daden in een levend wezen (karma)
  • inzicht in het niveau van de vermogens van de andere wezens
  • inzicht in de neigingen van andere wezens
  • inzicht in de samenstellende bestaansniveaus van de wereld
  • inzicht in de wegen die tot de 6 bestaansvormen kunnen leiden
  • inzicht in hoe zuiverheid en onzuiverheid voortgebracht worden
  • inzicht in de meditatieve toestanden, de 3 bevrijdingen en de 4 verzinkingen
  • kennis van de dood en wedergeboorten van zichzelf en andere wezens
  • inzicht in de uitputting van alle bezoedelingen en illusies

Variant 2

  • Kennis van het goede en kwade op een gegeven moment
  • Kennis van de karmische lading in een levend wezen
  • Kennis van alle meditaties en contemplaties
  • Inzicht in het spirituele] niveau van een ander wezen
  • Kennis van het begripsniveau van een ander wezen
  • Kennis van de neigingen van een ander wezen
  • Kennis van oorzaken en gevolgen in alle werelden
  • Kennis van het karmische effect uit vorige levens
  • Kennis door bovennatuurlijk inzicht
  • Onfeilbare kennis

 

5 krachten (Sanskriet Bala)

door de versterking van de vijf wortels

overtuiging (shradda)

1.doorzettingsvermogen (virya):

De 4 juiste inspanningen (Sanskriet: samyak-prahanani)

  • afwezige onheilzame toestanden vermijden
  • aanwezige onheilzame toestanden overwinnen
  • afwezige heilzame toestanden ontwikkelen
  • aanwezige heilzame toestanden behouden.

 

2.alertheid: 4 fundamenten van de aandacht(Sanskriet: satipatthana)

Dit is de 7e van de 8 paden (4 edele waarheden):

aandacht op het lichaam*In Hinayana betekenen de vier:

  • aandacht op ademhaling
  • aandacht op lichaamshouding
  • aandacht op handelingen
  • aandacht lichaamsdelen de vier elementen en de ontbinding van een lijk.

3.de waarneming : erkennen als aangenaam

onaangenaam of neutraal

en er vooral de voorbijgaande aard van erkennen.

4. de geest : Elke geestestoestand:

  • opmerken en erkennen
  • als gepassioneerd of niet
  • agressief of niet en
  • verward of niet.

 

5. de geestelijke objecten

  • aandacht op de onzuiverheid (of samengestelde aard) van het lichaam,
  • op het lijden veroorzaakt door de waarneming,
  • de veranderlijkheid van de geest
  • en de fundamentele leegte van de geestelijke objecten. Zowel tijdens de meditatie als in het dagelijkse leven, om de grillige geest snel onder controle te krijgen.
  • concentratie: door meditatie en zo de passies uit de weg ruimen

voor meer leuke en fascinerende info kijk op,

http://www.spiriwiki.com/index.php?title=Boeddhisme_opsomming

 

Hoe scherpen we de Geest

Belangrijk is dat je je voorbereidt op de meditatie. In al die boeken, stromingen en meditatiecentra komt het scherpen van de Geest telkens weer terug Dat is het doel. Alleen past iedereen een andere methode toe. Dat is het middel. Het verschil daartussen is erg belangrijk. Het middel leidt naar het doel, zorg ervoor dat je het middel dus niet als doel gaat zien. Er zijn 4 verschillende manieren om de Geest te scherpen: Meditatie op basis van een mantra, op basis van een visualisatie of voorwerp, op basis van een probleemstelling en op basis van je ademhaling.

 

onderscheidingsvermogen: wijsheid door inzicht in de 4 edele waarheden

1e edele waarheid

De 1e edele waarheid (Sanskriet: Dukkha) is: het leven bestaat uit Lijden. Ieder heeft te maken met vormen van pijn; dit is een universeel verschijnsel. De ene mens heeft te maken met armoede en honger, de ander met (ongeneeslijke) ziekte, ouderdom of lichamelijke gebreken, een derde heeft te maken met psychische pijn (angst, verdriet, wanhoop, afgunst, haat, ontevredenheid, frustratie, onrust). De dood zal eens ons aller deel zijn. Dit zijn allemaal verschijningsvormen van 'lijden' (dukkha). Met de term dukkha wordt bedoeld het onbevredigende, onvoldane, frustrerende, conflict gevoelig en pijnlijke karakter van het leven, de ongewisheid van het bestaan. Dukkha is de existentiële ervaring van levenspijn die ons kan overkomen vanwege de vergankelijkheid van het aardse bestaan. Onze levensangst en doodsangst komen voort uit de angst voor lijden. We willen het lijden van onszelf en anderen niet zien, niet voelen, niet tot ons laten doordringen. We reageren met ontkenning, afweer, agressie. Maar er komt een moment dat we er niet meer onderuit kunnen, dat we de confrontatie met de levenspijn niet meer kunnen ontlopen. We moeten het lijden dan onder ogen zien, er een relatie mee aangaan, ze beschouwen als een deel van het leven, als behorend bij ons bestaan, bij ons zelf. We zullen er dan een antwoord op moeten zien te vinden.

Er zijn natuurlijk ook plezierige momenten in het leven. We kunnen zintuiglijk genot ervaren, of een tevreden gevoel hebben als we ons werk goed gedaan hebben. We kunnen verliefd worden, van iemand houden. Ons gelukkig en tevreden voelen. Dat zijn mooie ervaringen. Toch zit in die ervaringen ook iets pijnlijk: we weten maar al te goed dat ze tijdelijk zijn. Eens zullen we onze geliefde moeten loslaten. Het leven is vergankelijk. Wanneer we ons al te zeer hechten aan (het plezier in) het leven, dan is loslaten moeilijk, het kan zelfs zeer pijnlijk zijn. Ook deze pijn maakt deel uit van dukkha en hoort bij het in essentie onbevredigende karakter van het bestaan. Zowel de prettige, aangename als de pijnlijke, onaangename omstandigheden zijn vergankelijk (anicca).

Geboorte is lijden, ouderdom is lijden, ziekte is lijden, dood is lijden, gejammer en geklaag, pijn en verdriet zijn lijden, het verbonden zijn met datgene waarmee we niet verbonden willen zijn is lijden, gescheiden te zijn van hetgeen we liefhebben is lijden, het niet in vervulling gaan van wensen is lijden; kortom, de factoren waaruit het leven is opgebouwd zijn lijden.

 

4 edele waarheden

  • 1e waarheid: Dukkha
  • 2e waarheid: Tanha
  • 3e waarheid: Metta
  • 4e waarheid: Dottaï

 

 

2e edele waarheid

De 2e edele waarheid (Sanskriet: Tanha) is: de oorzaak van het Lijden. Hierin wordt de mens metaforisch beschreven in 6 manieren van bestaan:

  • goden
  • halfgoden
  • mensen
  • dieren
  • niet mensen
  • helbewoners

In Tanha wordt ook de 12 bestaansvormen van het Lijden beschreven:

  • onwetendheid
  • daad
  • leven
  • naam en vorm
  • de zes gewaarwordingen
  • contact
  • gevoel
  • liefde
  • begeerte
  • bezit
  • baren
  • ouderdom en dood

Begeerte

De Boeddha ontdekte een oorzaak voor het lijden dat we als mens ervaren, namelijk onrealistische begeerte. Dat wil zeggen verlangen of hunkering die voortvloeit uit het niet begrijpen van de werkelijkheid. We onderkennen dan niet dat we bevangen zijn door begeerten, die diep in ons verankerd zijn. Deze begeerten of verlangens (tanha) betreffen volgens de Boeddha drie grondvormen:

 

Het verlangen naar zintuiglijke ervaringen

naar (meer) genot, weelde en comfort. Het ene verlangen is nog niet bevredigd of we willen naar het volgende. De Boeddha heeft het genieten van zintuiglijke ervaringen nooit als zodanig veroordeeld: dit verlangen is inherent aan het leven. Maar wel constateerde hij dat veel mensen menen dat hun geluk afhankelijk is van zintuiglijk genot en comfort. Zij raken er aan gehecht en soms ook aan verslaafd. Te denken valt aan roken, alcohol, drugs, seks, koffie, medicijnen, gokken. Ook aan zogenaamd onschuldige middelen kun je verslaafd zijn, zoals aan lekker veel eten, aan tv-kijken, een dure auto, enz. De Boeddha ontdekte: 'Bijna alle levende wezens zijn de slaaf van verlangen.'

Manifestatiedrang

het verlangen om onszelf te verwerkelijken, onze talenten, te realiseren. Op zich is dit een gezond verlangen. Maar ook dit verlangen kan ontaarden, bijvoorbeeld in de hunkering om ons leven voort te zetten, om ons te handhaven en te bewijzen, ons te manifesteren. (In de manier waarop we dit doen komen de eigenschappen van ons enneagram-type naar voren.) Dit kan zich uiten in perfectionisme, in vrijgevigheid om indruk te maken, het najagen van succes, het anders willen zijn, het zich uit angst voor afwijzing van anderen terugtrekken, enz. Het kan zich uiten in expansiedrif en carrièredwang, in competentie- en concurrentiestrijd. Als dit streven (te) sterke vormen aanneemt kan dit leiden tot stress, innerlijke onrust, psychosomatische klachten. Dit gaat ten koste gaan van de eigen mentale en fysieke gezondheid en die van anderen.

 

Vernietigingsdrang

ofwel het verlangen iets juist niet (meer) te willen hebben of zijn. Geen pijn, ongemak, ziekte, verdriet, boosheid, afwijzing en andere als onprettig ervaren menselijke ervaringen willen accepteren. Ook kan deze drijfveer zich uiten in een negatief zelfbeeld of in het willen beëindigen of kwijtraken van iets dat ooit verworven was. Ze kan zo leiden tot het verbreken van een relatie, tot ontslag, tot verhuizing, of zelfs tot (zelf)doding.

In bovenstaand onderscheid zijn de Freudiaanse begrippen Eros (libido, opbouwende driftenergie) en Thanatos (vernietigingsdrang) te herkennen.

 

Onwetendheid

De genoemde drie vormen van verlangen worden in het boeddhisme gezien als de directe oorzaak voor pijn en verdriet. Daarachter ligt nog een diepere oorzaak. Het niet goed omgaan met onze begeerten, hunkeringen, verlangens is ten diepste geworteld in onwetendheid (avijja): het niet of verkeerd begrijpen van de realiteit, waardoor we de werkelijkheid beleven op een manier die ons een dosis pijn bezorgt die niet nodig is. Het is niet een onbegrip op intellectueel niveau, maar heeft meer te maken met je 'emotionele intelligentie'. Het betreft het zich niet bewust zijn van de drijfveren die je op dat moment in hun ban hebben. Je denkt dat je zuiver bezig bent, maar ondertussen word je gedreven door verlangen naar zintuiglijk genot, door geldingsdrang, door het verlangen naar zelfbevestiging, of door vernietigingsdrang. De boeddhistische psychologie stelt dat uiteindelijk al onze problemen voortkomen uit onwetendheid.

We kunnen ons leven lang blijven zoeken naar een fata morgana dat we menen te zien maar dat steeds net onbereikbaar is. Ons geluksverlangen creëert een beeld van wat geluk zou kunnen zijn, en dat geluk streven we na. We proberen datgene wat ons denkbeeld van levensgeluk in de weg staat te bestrijden of te vermijden. Zo creëren we beelden van de volmaakte partner, de ideale vakantie, de perfecte collega, de geïdealiseerde chef, ons ideale 'zelf', het volmaakte bestaan. Maar de werkelijkheid weet niets van onze denkbeelden af en gedraagt zich daar ook niet naar. De werkelijkheid kent zijn eigen wetten. Door onze bevangenheid in onze eigen voorstellingen en bijbehorende verlangens zijn we doof en blind voor de levenswetten. We zien de realiteit niet. Met andere woorden: we zijn onwetend (avijja) omdat we gevangen zijn in onze denkbeelden. En als de werkelijkheid niet beantwoordt aan onze ideaalbeelden, dat nemen we dit 'de werkelijkheid', 'de anderen', kwalijk en willen we revanche, zoeken een zondebok of roepen we een hogere macht aan met de hoop dat deze voor ons de rekening zal vereffenen. Maar de tweede Edele Waarheid roept ons op om niet omhoog te kijken, maar naar de realiteit en naar onze eigen denkbeelden. Hoe komen onze voorstellingen tot stand en hoe komt het dat we zo in onze voorstellingen zijn gaan leven dat we die voorstellingen voor realiteit houden?

Patronen

Uit het verlangen om ons te bevrijden van het lijden, van de levenspijn die we steeds voelen, creëren we allerlei denk- en doe patronen die ons juist onvrij maken en die lijden veroorzaken. Er ontstaat een soort paradijselijk verlangen naar een leven zonder angst en pijn. Dit verlangen leidt tot een vicieuze cirkel waar we niet uit komen en tot een eeuwigdurende kring van geboorte en wedergeboorte(samsara). Zo blijven we gebonden aan het rad van het leven, aan het geconditioneerde, afhankelijke bestaan. We zullen immers altijd teleurgesteld worden wanneer we onze begeerten volgen. Dit besef is de tweede Edele Waarheid. De Boeddha waarschuwt ons: ‘Bijt niet in het aas (d.i. genoegens) van de wereld, want lijden is het onvermijdelijke gevolg.’

De Boeddha heeft ons de 'middenweg' gewezen. Dat wil zeggen: bovenstaande begeerten (verlangens) kunnen niet uitgeroeid worden, ze zijn inherent aan het mens-zijn en op zichzelf niet goed of fout. Zo is het verlangen naar manifestatie op zich een gezond verlangen. Als je echter niet vaardig met dit verlangen omgaat kun je in de ban ervan raken en neemt deze drijfveer bezit van je. Je jaagt ambities na en komt bijv. in een carrièredwang. Je ziet de ander als je concurrent die je opzij moet zien te zetten. Je bent dan geen meester meer van jezelf. Je wilt steeds verder, steeds meer, steeds door, en hebt geen rem. Dit kan leiden tot stress, psychosomatische klachten, overspannenheid, onderdrukking van jezelf, onethisch gedrag ten opzichte van anderen. De middenweg bewandelen betekent dat we gezond dienen om te gaan met dit manifestatie streven. Van belang is dat we ons bewust zijn van deze drijfveren en dat we ons er niet aan hechten. Wanneer we zelf de grenzen stellen hoever we willen gaan blijven we meester van onszelf.

 

3 edele waarheid

De 3e edele waarheid (Sanskriet: Mettaï) is: de waarheid van het verdwijnen. Hierin worden de 3 waarheden besproken:

  • alles is afhankelijk
  • alles is vergankelijk
  • nirvana is rust

 

Aanvaarding

De derde Edele Waarheid geeft ons inzicht in het feit dat ons werkelijk levensgeluk niet tot stand komt door de vervulling van wat we ons als levensgeluk voorstellen, maar door het open staan voor wat zich in de realiteit aan ons aandient. Dan leef je in de onvoorwaardelijke toewijding aan het bestaan. Je doorziet je ego-gerichte zijnswijze, waarin denkbeelden de plaats van de werkelijkheid hebben ingenomen. De omwenteling die met het inzicht van de derde Edele Waarheid gepaard gaat is een werkelijke perspectief-verandering, waarbij je ego plaats maakt voor de werkelijkheid.Wanneer we de illusie van onze egostrevingen begrijpen, doorzien we dat het volgen van onze begeerten een verkeerde weg is. De derde Edele Waarheid geeft het besef dat we alleen verlost kunnen worden van het lijden wanneer we onze denkbeelden, die voortvloeien uit onze voorstelling van wat gelukkig zijn inhoudt, kunnen loslaten. Wanneer we door hebben dat deze denkbeelden van geluk ons werkelijke geluk in de weg staan, dan doorzien we dat onze denkbeelden een valkuil vormen. We denken dat die denkbeelden ons de juiste richting wijzen, maar ze misleiden ons. Ze brengen ongeluk in plaats van geluk. Dit inzicht kan ons ertoe aanzetten om onze denkbeelden los te laten. De vlam van de hartstocht zal uitgaan wegens gebrek aan brandstof.

 

Verlossing van lijden

Verlossing van het lijden leidt tot verlichting (nirvana). Dit is een toestand waarin het lijden is geëindigd omdat onze begeerte om het leven anders te doen zijn dan het is, is uitgedoofd. Er is dan een toestand van hoogste geluk en absolute vrede, doordat het los staat van alle vergankelijke wereldse ervaringen. Deze ervaring is bevrijdend doordat krachten (passies), die voorheen blokkades en problemen veroorzaakten, niet meer actief zijn. Dit betreft bijv. verlangen naar genot, haat, perfectionisme, zich willen isoleren, enz.

Is nirvana nu een blijvende staat, of is het meer een voorbijgaande ervaring? De verlichtingservaring lijkt op het zien schijnen van de zon door de wolken. Hoe vaker je deze ervaring meemaakt, des te meer zie je de zon schijnen. Door regelmatig te mediteren verdwijnen steeds meer wolken. Zo kan een staat van verlichting bereikt worden die de definitieve beëindiging van samsara betekent, de kring van wedergeboorten (en dus van het lijden). Deze toestand is bereikbaar voor ieder die leeft zoals in de vierde waarheid wordt omschreven.

 

4e edele waarheid

De 4e edele waarheid (sanskriet: Dotaï) is: de waarheid van de weg Hierin wordt het 8 voudige pad omschreven. Het 8 voudige Pad geeft de weg aan die leidt tot het ophouden van het lijden. Dit pad voert van samsara naar nirvana. Wij mensen hebben alles in huis om dit doel te bereiken. Wanneer onze menselijke geest bevangen is door onze denkbeelden over wat levensgeluk is, leven we in onwetendheid. We verkeren dan in de onverlichte staat, in samsara, we zien het leven vanuit ons egocentrisch perspectief. De Boeddha heeft ons het Pad gewezen van de bevrijding uit samsara. Onze menselijke geest kan de schepper worden van nirvana, zodat de werkelijkheid zich in zijn volheid aan ons openbaart. Dan kan onze Boeddha-natuur zich werkelijk tonen, dan kan de vlinder uit de cocon te voorschijn komen.

 

voor meer fascinerende info kijk op

http://www.spiriwiki.com/index.php?title=Verlichting

voor meer leuke en fascinerende info kijk op,

http://www.spiriwiki.com/index.php?title=Boeddhisme_opsomming

Maak jouw eigen website met JouwWeb