Verschillende denk vormen, vormen het denken.

Soorten denken

Het natuurlijke denken Bijbehorende literatuur

Het natuurlijke denken is de meeste primitieve vorm van denken. Gedachten volgen bepaalde natuurlijke patronen, welke door herhaling in de hersenen zijn ingesleten. Herhaling leidt tot een dieper ingesleten patroon, waardoor iets wat vijf keer herhaald wordt als meer juist wordt ervaren dan als het slecht één keer wordt gezegd. Het natuurlijke denken is ook vatbaar voor dominantie in de waarneming. Een heldere kleur maakt iets meer belangrijk dan dingen met doffe kleuren. Een grote of luidruchtige man wordt echt de belangrijkste persoon in de kamer.
Een ander karakteristiek van het natuurlijke denken is dat het zich gemakkelijk volledig laat domineren wanneer men ergens een behoefte aan heeft. De behoefte 'honger' bijvoorbeeld haalt een lekkere snack voor de geest, en niet het mechanisme van het eten.
Een ander kenmerk van het natuurlijke denken is het volledig gemis aan gevoel voor proportie. Wanneer één student bij een feest toevallig dronken wordt en lastig is, komt het natuurlijke denken tot de conclusie dat alle studenten altijd dronken zijn. Wanneer enkele pubers rebelleren, zijn alle pubers rebels. In het natuurlijke denken telt enkel datgene dat benadrukt wordt. Eén erg dronken student kan tot een even sterke nadruk leiden als een aantal matig dronken studenten. Het feit dat de meeste studenten niet dronken zijn, kan die nadruk niet ongedaan maken, omdat zodra een patroon zich gevestigd heeft, dat patroon niet meer uitgewist kan worden, maar alleen veranderd. En in het natuurlijke denken is er geen manier om een patroon te veranderen, aangezien de gedachtestroom enkel datgene volgt wat benadrukt wordt.
Het natuurlijke denken is geneigd om van het ene cliché naar het andere te gaan. Deze clichés zijn de vaak gebruikte patronen, die zich als eenheden gevestigd hebben. In het natuurlijke denken zijn de vertrouwde cliché-patronen belangrijk en de verbindingen triviaal.
De gedachtestroom bij het natuurlijke denken is onmiddellijk en direct en volstaat eigenlijk net. Maar hij is ook geneigd tot aanzienlijke vergissingen.

Het logische denken Bijbehorende literatuur

Het natuurlijke denken is heel vloeiend. Tegelijkertijd is dit vlotte stromen de bron van zijn vergissingen, want dit betekent dat benadrukte patronen gevolgd worden, hoe die nadruk ook tot stand moge zijn gekomen. Het logische denken is een verbetering van het natuurlijke denken, omdat het de uitbundigheid van het natuurlijke denken matigt. Het logische denken is een bewuste poging om de buitensporigheden van het natuurlijke denken te bedwingen. Deze beteugeling wordt bewerkstelligd door het selectief blokkeren van de banen van het natuurlijke denken.
Het natuurlijke denken is geneigd om benadrukte banen te volgen, maar wanneer deze banen geblokkeerd worden door een NEE, moet de stroom langs andere banen verder gaan. Het logische denken gebruikt de stroom van het natuurlijke denken, maar controleert deze door middel van een gevoelig mechanisme om onjuistheden te ontdekken.

Het natuurlijke denken vs. het logische denken Het natuurlijke denken vs. het logische denken
Figuur 1: Het natuurlijke denken vs. het logische denken

Het effect van het logische denken is zoals het effect dat wordt verkregen door een landbouwer, die het water naar zijn velden stuurt door zorgvuldig enkele irrigatiekanalen af te sluiten om er zo voor te zorgen dat het water door de andere kanalen stroomt. Het logische denken is een grote verbetering ten opzichte van het natuurlijke denken, maar het omvat nog steeds veel beperkingen voor de informatieverwerking.
Het té vroeg en té gemakkelijk blokkeren van een baan kan banen blokkeren die uiteindelijk toch nuttig hadden kunnen zijn. Eens een baan geblokkeerd is, is het heel moeilijk weer te openen.
Ondanks haar beperkingen is het logische denken duidelijk een enorme verbetering ten opzichte van het natuurlijke denken, en is het enorm doeltreffend.

Het wiskundige denken Bijbehorende literatuur

Wanneer we kijken naar de geweldige kracht van de wiskunde op technisch gebied (kernenergie, ultrasone vliegtuigen, elektronenmicroscopen, ruimtevaart) is het opmerkelijk hoe weinig effect de wiskunde op het menselijk gedrag heeft gehad. In indirecte zin hebben de technologische veranderingen, zoals computers en kernwapens, veel effect gehad, maar in directe zin gaat het misschien alleen om statistieken en het kunnen uitvoeren van simpele berekeningen.
In 1941 bewees een wiskundige met de naam Campbell dat een raket, om de maan te kunnen bereiken, bij de start ongeveer een miljoen ton zou moeten wegen. De berekeningen klopten, maar de technologie van raketbrandstoffen en de bouw van getrapte raketten maakten het mogelijk om veel lichtere raketten op de maan te krijgen.
Bovenstaand voorbeeld laat zien dat wiskundige berekeningen misschien wel kunnen kloppen, maar dat dat niet hoeft op te gaan voor de basisveronderstellingen, de concepten en de kennis.
Zonder de voortreffelijkheid van de wiskunde te willen betwisten, moeten we dus erkennen dat de wiskunde weinig direct effect heeft gehad op menselijke aangelegenheden, omdat het terrein van de wiskunde beperkt is. Het wiskundige denken is niet even bruikbaar in de toepassing op mensen, als in de toepassing op dingen.

Het laterale denken (associatief denken) Bijbehorende literatuur

Het natuurlijke denken is geneigd tot aanzienlijke vergissingen. Het logische denken is duidelijk een enorme verbetering ten opzichte van het natuurlijke denken, maar bevat ook nog beperkingen. Het grote probleem van het wiskundige denken is dat de uitkomst van het wiskundige denken correct kan zijn, maar dat dat niet op hoeft te gaan voor de basisveronderstellingen, de concepten en de kennis. Geen van deze drie types van het denken kan de volledige beperkingen van het geheugen ondervangen. Twee van de drie slagen er evenwel in om het aantal vergissingen aanzienlijk te verminderen.

Met de eerder besproken soorten van denken weet je wat je aan het zoeken bent. Met het laterale denken weet je misschien niet wat je aan het zoeken bent, voordat je het gevonden hebt.
Het laterale denken kan vaak alleen herkend worden nadat het iets teweeg heeft gebracht. Dit betekent niet dat het onmogelijk is om het bewust te benutten. De praktische bruikbaarheid van het laterale denken houdt eenvoudige, vaststaande technieken in, alsook een besef van de beperkingen van de gewone informatieverwerking. De eenvoudige, vaststaande technieken zijn evenwel omlijnd als wiskundige algoritmen. Ze bestaan uit vooraf ingestelde patronen, die aangeleerd worden en dan toegepast op de diverse informatie.

Enkele technieken voor het laterale denken zijn:

  • de willekeurige invoer,
  • het vooropstellen van quota,
  • het afwisselen van de aandacht,
  • het omkeren van de aandacht en
  • kruisbestuiving

Een willekeurige invoer van buitenaf kan dienen om oude, geleidelijke ontstane en moeilijk te veranderen patronen te verstoren en toe te laten dat het zich op een nieuwe manier hervormt. Een nieuwe verbinding tussen de willekeurige invoer en het actuele probleem kan tot nieuwe inzichten en ideeën leiden. De willekeurige invoer wordt heel bewust aangebracht; de kenmerken van het geheugenoppervlak bepalen het gebruik ervan.

Het vooropstellen van quota dwingt je om een bepaald aantal alternatieve benaderingen te bedenken. Geen enkel alternatief krijgt navolging tot wanneer dat maximum aantal is bereikt. Deze procedure zal niet zelf nieuwe benaderingen genereren, maar ze zal de aandacht bij het startpunt houden in plaats van deze te laten meevoeren door de eerste veelbelovende benadering. Want dat kan ertoe leiden dat er niet langer andere benaderingen gezocht worden.

Als een situatie in delen opgesplitst is, wordt het mogelijk om er een bewuste techniek op toe te passen: elk deel laten we op zijn beurt het centrum van de aandacht vormen. Eens te meer is dit een techniek van uitstel om te voorkomen dat de aandacht volledig wordt ingenomen door het meest dominante kenmerk.

Het omkeren van de aandacht houdt in dat we iets vastnemen en het ondersteboven draaien. Waar één richting scherp wordt gedefinieerd, wordt ook automatisch de tegenovergestelde richting gedefinieerd. Een tegenovergestelde denkrichting kan vaker dan je denkt een oplossing zijn voor een probleem.

Wanneer een automobilist vastzit achter een kudde schapen, is het geen gemakkelijke opgave om de auto voor de schapen te krijgen. Wanneer je de auto echter stil zet en de schapen teruguit achter de auto brengt, kunnen zowel de auto als de kudde verder vooruit. Een duidelijk voorbeeld van het omkeren van de aandacht.

Bij kruisbestuiving gaat het er om dat verschillende breinen de formele gelegenheid krijgen om op elkaar in te werken, zodat verschillen in het denken over een onderwerp optreden als invloeden van buitenaf, die vertrouwde patronen in elk brein veranderen. Wat voor het ene brein een vertrouwd idee is, kan nieuw zijn voor een andere. En andere ideeën kunnen tot weer andere ideeën leiden.

Soms kan het laterale denken tot een inzichtelijke herstructurering van de informatie leiden, die dan op zichzelf het probleem oplost. Andere keren levert het laterale denken een benadering die het logische of wiskundige denken verder kan ontwikkelen.

Divergent denken (creatief) Bijbehorende links Bijbehorende literatuur

Er is van divergent denken sprake wanneer het probleem verschillende oplossingen of antwoordmogelijkheden toelaat. Een probleem dat divergent denken vereist, is bijvoorbeeld het volgende:

Geef zoveel gebruiksmogelijkheden van een baksteen, als je kunt. Je hebt acht minuten de tijd.

Een huis bouwen, boekensteunen, een doel markeren bij het voetballen; er zijn talrijke antwoorden te verzinnen.
De prestaties op het baksteen probleem zijn beter naarmate men een baksteen van meer kanten kan bekijken, in verschillende functionele verbanden kan plaatsen. De denker wordt uitgedaagd om de baksteen teherstructureren. Alleen in het baksteen probleem staat de herstructurering niet in het kader van het probleem, maar wordt de herstructurering als het ware systematisch nagestreefd.

Convergent denken (analytisch)

Het convergente denken vindt plaats wanneer er sprake is van problemen waarvoor slechts één oplossing de juiste of verreweg de beste is en deze oplossing wordt geheel door de in het probleem gegeven informatie bepaald. Bovendien is de in het probleem geboden informatie voldoende om tot de oplossing van het probleem te komen.
Convergent denken is logisch en leidt tot unieke of weinig oplossingen die ten uitvoer kunnen worden gebracht.