Duidelijke lichaamstaal.

Lichaamstaal

Tennisser Sébastien Grosjean uit zijn vreugde na een gewonnen wedstrijd tijdens de Australian Open 2007

Lichaamstaal of non-verbale communicatie is het geheel vancommunicatieve boodschappen dat door middel van gebarenmimiek,lichaamshouding en oogcontact wordt overgebracht.

De mens is een sociale soort. Menselijk contact bestaat voor een groot gedeelte uit communicatie, waarbij gebruik wordt gemaakt van taal. Dit kan op verschillende manieren worden geuit; bijvoorbeeld met behulp van de stem of door middel van schrift. Op deze manier kan inhoudelijk veel informatie van de ene persoon naar de andere worden overgebracht.

Lichaamstaal wordt beschouwd als een belangrijke vorm van communicatie bij het vaststellen van onderlinge relaties, omdat emoties veelal non-verbaal worden overgebracht. Met name bij pubers en jong adolescenten is dit de eerste stap bij het zoeken naar en maken van contact. Door deze lichaamstaal te proberen te lezen, interpreteren en helpen te verwoorden is veelal de eerste stap gemaakt richting contact. Hierna is het mogelijk de communicatie op een andere manier verder vorm te geven.

In zijn onderzoek naar menselijke communicatie vond Albert Mehrabian, psycholoog aan de universiteit van Los Angeles, in de jaren zestig bij Amerikanen dat vooral communicatie van emoties via lichaamstaal verloopt: 55% van die communicatie bestaat uit lichaamstaal, 38% door de stemklank en 7% wordt door middel van woorden. Voorzichtigheid is geboden deze bevindingen zomaar over te nemen voor niet-emotionele communicatie, voor hedendaags communiceren en voor niet-Amerikaanse onderzoeksgroepen.

[bewerken]Meer dan woorden

Tijdens ons contact vertellen we elkaar dus veel meer dan met alleen woorden. Zonder woorden zeggen we veel over de betrekking: wie ben ik, wat vind ik van jou, hoe is onze relatie en wat bedoel ik eigenlijk met wat ik zeg. Hier gaat het er dan niet meer om wat we precies zeggen, maar meer om wat we erbij voelen. Gevoelens zijn moeilijk onder woorden te brengen. Makkelijker dan met woorden maken we elkaar door middel van lichaamstaal duidelijk wat we precies bedoelen. Zo wordt het duidelijk of er bijvoorbeeld een onderliggende betekenis is bij wat we zeggen, en hoe we met de ander in relatie staan. Lichaamstaal is daarom belangrijk bij het leggen van alle soorten contacten.

Net als bij gesproken taal zijn ook bij lichaamstaal misverstanden mogelijk. Als bijvoorbeeld iemand geeuwt tijdens een gesprek, interpreteert men dat gemakkelijk als "is niet geïnteresseerd", maar misschien heeft de gesprekspartner een slapeloze nacht achter de rug.

Lichaamstaal vraagt daarom ook een juiste, voorzichtige, interpretatie, waarbij rekening wordt gehouden met de context. Zeker nu er sedert eind 20e eeuw meer en meer informatie over lichaamstaal verspreid wordt via internet en andere publicaties. Sollicitanten "weten" nu hoe hun lichaamstaal zelfzekerheid kan uitdrukken, hoe ze "geïnteresseerd" kunnen overkomen. Naar analogie met het gewone schrijven en spreken wordt het steeds meer een probleem om "spontane lichaamstaal" te onderscheiden van "voorgewende lichaamstaal".

[bewerken]Zie ook

edereen maakt gebruik van lichaamstaal

 

Mensen zijn sociale wezens; we kunnen niet zonder elkaar. Als we met elkaar in contact treden communiceren we voortdurend. Daarbij maken we gebruik van taal. Deze taal kan op verschillende manieren worden geuit, bijvoorbeeld met behulp van de stem of door middel van schrift. Op die manier kunnen we inhoudelijk veel tegen elkaar zeggen.

 

Lichaamstaal is veelzeggend!

 

We communiceren de hele dag door; het is zelfs niet eens mogelijk om niet te communiceren in bijzijn van anderen. Als we niet praten, dan maken we door middel van lichaamstaal nog steeds veel duidelijk aan elkaar. Is het niet met onze intonatie, onze handen of onze stem, dan geven we wel een boodschap door middel van aanraking, door de manier van ademen, of alleen al door het feit dat we er zijn. En als we wel praten dan wordt door de manier van aankijken verduidelijkt hoe de boodschap moet worden opgevat. Onze glimlach zegt of we de ander aardig vinden, en onze houding helpt ons bij het aangaan van een eerste contact. Kennis van lichaamstaal helpt ons in verschillende situaties, zoals tijdens een sollicitatiegesprek, bij een toespraak of een verkooppraatje, in sport en in de liefde. Lichaamstaal is veelzeggend en verdient daarom zeker meer aandacht!

 

Lichaamstaal maakt een belangrijk deel uit van de persoonlijke communicatie tussen mensen. In deze website beschrijven wij de verschillende vormen van lichaamstaal en toepassingen daarvan.

 

De onderwerpen op de site zijn verdeeld over verschillende hoofdrubrieken:

 

Bovenaan elke pagina kun je deze rubrieken makkelijk terugvinden met behulp van de groene tabs.

 

Meer dan woorden

 

Iedereen maakt gebruik van lichaamstaalTijdens ons contact vertellen we elkaar veel meer dan met alleen woorden. Zonder woorden zeggen we veel over de betrekking: wie ben ik, wat vind ik van jou, hoe is onze relatie en wat bedoel ik eigenlijk met wat ik zeg. Hier gaat het er dan niet meer om wat we precies zeggen, maar meer om wat we erbij voelen. Gevoelens zijn moeilijk onder woorden te brengen. Makkelijker dan met woorden maken we elkaar door middel van lichaamstaal duidelijk wat we precies bedoelen. Zo wordt het duidelijk of er bijvoorbeeld een onderliggende betekenis is bij wat we zeggen, en hoe we met de ander in relatie staan. Lichaamstaal is daarom belangrijk bij het leggen van alle soorten contacten.

 

Punten en komma's

 

Toch concureren lichaamstaal en gesproken taal niet met elkaar. De een kan niet zonder de ander. Lichaamstaal ondersteunt de gesproken taal en maakt haar duidelijker. Als we schrijven gebruiken we punten en komma's om onze zinnen begrijpelijk te maken. Als we spreken wordt onze boodschap gestuurd door afwisselend oogcontact, mimiek en gebaren.

 

Onbewust maar erg belangrijk

 

Lichaamstaal vindt meestal onbewust plaats. Toch bepaalt lichaamstaal voor een belangrijk deel de kwaliteit van onze communicatie. Het zou goed zijn als we bewuster gebruik zouden kunnen maken van lichaamstaal. Zo zouden we kunnen leren onze eigen lichaamstaal doelmatig te gebruiken. Ook kunnen we de lichaamstaal van anderen beter leren begrijpen.
Het is bij de interpretatie van lichaamstaal wel belangrijk er rekening mee te houden dat lichaamstaal situatieafhankelijk persoons en cultuurgebonden is. Dit houdt in dat er geen enkel signaal een onveranderlijke betekenis heeft. Lichaamstaal mag ook niet los gezien worden van de gesproken taal en het hele gedragspatroon van een individu.

 

Op deze site belichten wij de verschillende aspecten van lichaamstaal. Ook kun je literatuur en links die relatie hebben met het onderwerp lichaamstaal. Je kunt voor recente links ook een kijkje nemen op delichaamstaal.startpagina.nl

 

We zouden het leuk vinden als je wat zou willen schijven in onsgastenboek.

 

Bodycom Lichaamscommunicatie
Frank en Marianne van Marwijk.

 

tekst: Frank van Marwijk.
© Bodycom Lichaamscommunicatie
 

Communicatie van mens tot mens

 

Lichaamstaal als onderdeel van

 

Communicatie: het contact en de interactie tussen mensenDeze site gaat over alle aspecten van de non-verbale communicatie. Daarbij kan een passage over communicatie in het algemeen natuurlijk niet ontbreken. Lichaamstaal is zeker veelzeggend maar mag ook niet los gezien worden van alle andere vormen van communicatie. Deze pagina geeft een inleiding in de communicatieleer. Op de volgende pagina's is meer te lezen over de rol van lichaamstaal.

 

Contact en interactie

 

Als je op internet met behulp van de zoekmachine zoekt naar het woord communicatie, dan wordt je scherm gevuld met verwijzingen naar websites over computers en telefonie. We zijn bijna vergeten waar het bij communicatie om gaat: het contact en de interactie tussen mensen. Hierbij kan natuurlijk gebruik worden gemaakt van hulpmiddelen zoals een telefoon, een computer of een fax. Meestal gaat het dan over de communicatie over grotere afstand, maar het kan ook om het contact met een collega in de naastliggende kamer gaan.

 

Op korte afstand, dat wil zeggen als we met iemand in direct contact zijn, maken we meestal geen gebruik van hulpmiddelen. We communiceren dan door middel van spraak en lichaamstaal. In de communicatietheorie wordt gebruik gemaakt van dezelfde begrippen voor het beschrijven van alle vormen van communicatie, zowel met, als zonder gebruik van hulpmiddelen.

 

Boodschap, zender en ontvanger

 

Bij het communiceren tussen een of meer mensen, wordt informatie overgedragen. In de communicatietheorie noemt men deze informatie deboodschap. De persoon die een boodschap aan de ander overdraagt wordt de zender genoemd en de persoon die de boodschap ontvangt noemt men de ontvanger. Bij communicatie is er sprake van tweerichtingsverkeer. Dit wil zeggen dat de ontvanger ook zender is. De ontvanger reageert namelijk altijd op de zender. Watzlavick schreef in zijn boek 'de pragmatische aspecten van de menselijke communicatie'dat het niet mogelijk is om niet te communiceren. Als je niets zegt, dan laat je nog wel iets blijken door middel van lichaamstaal. Het maakt groot verschil of je de ander aankijkt of niet, of je grote afstand aanhoudt of kleine. Zelfs je afwezigheid, je zwijgen of je uitblijvende antwoord geven een boodschap aan de ander. Communicatie kan bewust, maar ook onbewust plaatsvinden.

 

Coderen, beeldvorming, decoderen en interpretatie

 

Als twee mensen samen in een huiskamer zitten, en de een is een boek aan het lezen, terwijl de ander naar de t.v. zit te kijken, is er toch sprake van communicatie tussen beiden. In het dagelijks leven verstaan we dit hier meestal niet onder. Als we over communicatie spreken, bedoelen we gewoonlijk de bewuste informatieoverdracht. Hierbij is het de bedoeling dat een boodschap die de zender (bewust) aan de ontvanger overdraagt, door hem ook begrepen wordt. Om de informatie die de zender wil overdragen zo goed mogelijk bij de ontvanger over te kunnen brengen, zal de zender zich in de situatie (begripsvermogen, emotionele toestand, eerdere ervaringen en dergelijke) van de ontvanger moeten verplaatsen. Dit noemt men de fase van de beeldvorming. Hier gaat het nog steeds om de gedachten van de zender.

 

Gedachtenlezen is geen gave waar de meeste mensen over beschikken. Als ik dus mijn gedachten aan jou wil overdragen, zal ik deze eerst moeten vertalen naar een manier die voor jou te begrijpen is. Dit vertalen, van gedachten naar woorden noemt men in de communicatietheorie coderen. Als jij die letters vervolgens weer terugvertaalt naar gedachten, ben je aan het decoderen. Wanneer mensen in gesprek zijn, codeert de zender zijn boodschap in gesproken taal en vervolgens decodeert de ontvanger de woorden. Nadat de ontvanger de boodschap heeft gedecodeerd zal hij trachten de informatie te interpreteren. Centraal staat daarbij de vraag: 'wat betekent dit voor mij?'.

 

Kanaal

 

Er wordt altijd gekozen voor een manier voor het overbrengen van de boodschap. Dit kan bijvoorbeeld door middel van schrift, woorden of gebaren. Het medium waarvan gebruik wordt gemaakt bij het overbrengen van de boodschap noemt men het kanaal. Er zijn zintuiglijke kanalen zoals gezicht, gehoor, gevoel, geur en smaak, mechanischekanalen zoals pen of typmachine (bestaat die nog?) en elektronische kanalen zoals radio, telefoon en computer.

 

Referentiekader

 

Of de boodschap inderdaad bij de ander over komt, is afhankelijk van verschillende factoren. Zo is het belangrijk dat de zender iets weet of veronderstelt over de geschiedenis en de achtergrond van de ontvanger. Als ik in Engeland op vakantie ga, is het vrij naïef om de weg te vragen in het Nederlands. De kans dat de ander mij verstaat is dan klein. Maar ook de codes in lichaamstaal verschillen tussen (sub-)culturen. Desmond Morris beschrijft in 'de aangeklede aap' een tragisch voorval waarbij een eenvoudige wenk met de hand: 'kom hier' verkeerd werd begrepen door mensen uit een andere cultuur. Noord-Europeanen wenken anders dan Zuid-Europeanen. In het noorden wordt met de handpalm naar boven gewenkt en in het zuiden wordt dit met de palm naar beneden gedaan. Morris noemt hier het voorbeeld van twee Noord-Europese mannen die aan het zwemmen waren in zee en het handgebaar van enkele gewapende militairen verkeerd begrepen. De militairen wenkten dat ze moesten komen terwijl zij begrepen dat ze weg moesten gaan. De militairen schoten hen toen dood omdat zij hen voor spionnen aanzagen. Een tragisch voorbeeld van miscommunicatie door een verschillend referentiekader.

 

Ruis

 

Er kan in de communicatie tussen mensen nog veel meer mis gaan. Als iemand jou iets vertelt in een lawaaierige discotheek, is de kans groot dat je delen van zijn verhaal mist. Als iemand mij met een handgebaar uitnodigt om plaats te nemen, is het waarschijnlijk dat deze boodschap mij ontgaat als hij hierdoor een blad met theekopjes uit zijn handen laat vallen. De externe factoren die de ontvanger afleiden en daardoor de communicatie verstoren worden externe ruis genoemd. Zo kan een benauwde en broeierige collegezaal de aandacht van de student doen verslappen. De docent doet er goed aan om zoveel mogelijk ruis in zijn overdracht te beperken, in dit geval door een raampje open te zetten. Ruis kan ook optreden doordat er iets niet goed is met de communicatiekanalen, bijvoorbeeld een stoornis in een van de zintuigen, een krakende telefoonlijn of een onduidelijk handschrift van de zender. Het juiste begrip van de overgebrachte informatie kan ook worden belemmerd door interne factoren bij de ontvanger. Dit wordt interne ruisgenoemd. De ontvanger kan bijvoorbeeld onjuiste verwachtingen hebben met betrekking tot de boodschap, geëmotioneerd zijn of te weinig voorkennis hebben over het onderwerp. Hij kan ook afgeleid zijn door zijn eigen gedachten.

 

Terugkoppeling of feedback

 

Voor de zender van de boodschap is het belangrijk om te weten of de boodschap aangekomen is bij de ontvanger zoals hij heeft bedoeld. Dit kan hij te weten komen door een reactie van de ontvanger. Als de ontvanger naar hem kijkt, en knikt, mag hij aannemen dat de ontvanger luistert. Maar om te weten of de ontvanger werkelijk heeft begrepen wat hij heeft willen overbrengen, zou hij bijvoorbeeld kunnen vragen of de ontvanger in zijn eigen woorden de boodschap wil herhalen. Als er reactie wordt gegeven op de boodschap spreekt men over terugkoppeling offeedback. We kunnen onderscheid maken tussen verbale en non-verbale feedback. Non-verbale feedback is bijvoorbeeld een frons, een klap met een vuist op tafel, of een diepe zucht bij het horen van een vervelende mededeling. De zender kan hierdoor weten dat de lading van zijn boodschap is overgekomen. Feedback kan zowel bewust als onbewust worden gegeven. Als je mij een e-mailtje stuurt over de inhoud van deze website dan is dat bewuste feedback. Onbewuste feedback is bijvoorbeeld dat ik aan de teller op mijn site kan zien hoeveel bezoekers er zijn geweest. Ook wanneer deze pagina gelinkt wordt door andere sites kan ik hieruit concluderen dat de inhoud gewaardeerd wordt. Maar vergeet niet dat geen reactie ook een reactie is. Als niemand ooit zou reageren op deze site, kan ik me daar ook vragen bij stellen.

 

Inhoud en betrekking

 

In de communicatie met anderen kunnen we boodschappen opinhoudsniveau en op betrekkingsniveau zenden. Bij de communicatie op inhoudsniveau gaat het om het overdragen van concrete inhoudelijke informatie. Op betrekkingsniveau gaat het er om hoe een boodschap moet worden opgevat, en hoe de verhoudingen zijn tussen de betrokkenen in een relatie. Vaak wordt tegelijkertijd een boodschap op inhoudsniveau en op betrekkingsniveau gegeven. Iemand zegt bijvoorbeeld: 

"goh, die jurk zal je wel een aardige cent gekost hebben!" 

Op inhoudsniveau wordt er een mededeling gedaan over de prijs van de jurk. Op betrekkingsniveau kan deze zin verschillende betekenissen hebben bijvoorbeeld:

-   Wat een mooie jurk is dat!
-   Die jurk heb je bij een veel te duur adres gekocht!
-   Jij bent veel te makkelijk met je geld.
-   Ik ben er jaloers op dat jij zoveel te besteden hebt.
-   Ik zou willen dat ik ook zo'n jurk had
-   Die jurk ziet er duur uit, maar ik vind hem eigenlijk verschrikkelijk lelijk.
-   Wat een goedkoop lor!
-   En jij vertelt mij dat ik veel geld uitgeef!

 

Drie aspecten

 

De communicatie op betrekkingsniveau bestaat uit de volgende drie aspecten:

 

  • Het expressieve aspect,
  • Het relationele aspect,
  • Het appellerende aspect.

 

Het expressieve aspect zegt iets over de manier van uitdrukken van de zender, en de indruk die dit op de ontvanger maakt: maakt hij een deskundige indruk of is het een leek? komt hij betrouwbaar over? is hij vriendelijk of onvriendelijk? heeft hij de tijd, of is hij onrustig en lijkt hij haast te hebben? is hij persoonlijk of afstandelijk? is hij brutaal en arrogant of juist beleefd?

 

Het relationele aspect zegt iets over hoe de ontvanger de relatie en de verhoudingen met de zender ziet: is de positie van de zender gelijkwaardig, hoger of ondergeschikt? schat de ontvanger intelligentie van de zender hoog of laag in? is de onvanger waarderend of geringschattend ten opzichte van de zender? is de ontvanger belangstellend of onverschillig?

 

Bij het appellerende aspect gaat het er om dat de inhoud van de boodschap door de ontvanger wordt uitgevoerd. De boodschap kan dan op verschillende manieren worden overgebracht: bevelend, vragend, verzoekend, smekend of informerend.

 

Vaak wordt de inhoud van de boodschap met woorden uitgedrukt en de betrekking met behulp van lichaamstaal. Vooral de intonatie en de mimiek spelen hierbij een grote rol. Spreek eerdergenoemde zin over de jurk maar eens uit met verschillende intonaties en je zult bemerken dat ze een andere betekenis krijgt. Non-verbale communicatie communiceert over de verbale communicatie. Bij twijfel over de waarheid van de boodschap of de oprechtheid van de spreker wordt aan de non-verbale communicatie meer geloof gehecht dan aan de verbale communicatie.

 

Metacommunicatie

 

Het is goed om behalve de inhoud, ook de betrekkingsaspecten van de communicatie duidelijk te krijgen. Hiertoe is het nodig om de ander aan te spreken op, of te bevragen over zijn manier van communiceren. We spreken dan niet over de inhoud van de boodschap, maar over de achterliggende betekenis daarvan en over de relationele kant. We communiceren dus over de communicatie. Dit wordt metacommunicatiegenoemd: 'Je zegt wel dat het je niet uitmaakt dat onze afspraak niet doorgaat, maar ik bemerk aan je gezicht en aan je stem dat je teleurgesteld bent, is dat zo?' Vaak wordt de inhoud van een boodschap weergegeven in woorden en wordt de betrekking duidelijk gemaakt door middel van lichaamstaal.

 

Mensen kunnen verrast zijn wanneer je hen aanspreekt op de betrekkingaspecten van de communicatie en je bijvoorbeeld iets over hun gezichtsuitdrukking zegt in plaats van over de inhoud van hun boodschap. Toch is metacommuniceren binnen een relatie heel belangrijk om bedoelingen en verhoudingen duidelijk te krijgen. Sommige mensen verstaan echter de kunst om de communicatie juist te verstoren door op de verkeerde momenten te metacommuniceren. Als het over de inhoud zou moeten gaan, geven ze een antwoord op betrekkingsniveau. En als ze aangesproken worden op hun manier van communiceren refereren ze naar het belang van de inhoud. Als een collega hen aanspreekt op fouten in hun werk, formuleren ze een antwoord waarin ze de niet zo goede relatie met de collega beschrijven. Als de collega hen vervolgens aanspreekt op hun manier van communiceren, noemen ze een inhoudelijk, maar totaal niet met het onderwerp te maken hebbend voorbeeld over het functioneren van de collega.

 

Non-verbale communicatie

 

In de communicatietheorie worden zeven functies van de non-verbale communicatie onderscheiden:

 

  1. Herhaling van hetgeen verbaal is medegedeeld
    (tegelijkertijd ja zeggen en knikken, de weg uitleggen en wijzen)
  2. Vervanging van de verbale communicatie
    (ja knikken, nee schudden, vragende gezichtsuitdrukking, embleemgebaren)
  3. Tegenspreken van de verbale communicatie
    (iets bevestigen maar daarbij twijfelend het hoofd schudden of de schouders ophalen)
  4. Affectieve (gevoelsmatige) ondersteuning van het gesproken woord
    (bezorgde frons of bemoedigend schouderklopje)
  5. Informatie over de onderlinge relatie
    (glimlachen, oogcontact, aanraken, afstand, lichaamshouding)
  6. Beklemtonen van de verbale communicatie
    (wijzen met een priemende vinger in de lucht als u een beschuldiging uit of met luide toon verwijten maken en driftig op tafel slaan)
  7. Structureren en reguleren van de verbale communicatie
    (de punten en komma's van de gesproken zinnen: hummen, aankijken en wegkijken, spreekpauzes en ondersteunende handgebaren)

 

Lees hier onze artikelen over communicatie voor managers

 

tekst: Frank van Marwijk.
© Bodycom Lichaamscommunicatie
 

 

 

De functie van lichaamstaal bij onze dagelijkse contacten.

We communiceren zowel met als zonder woorden.

 

Communicatie: het contact en de interactie tussen mensenAls we met andere mensen in contact treden, communiceren we altijd. Dit kan met onze stem door middel van het gebruik van woorden: gesproken taal, maar ook zonder, of naast het gebruik van woorden: niet gesproken taal of non-verbale communicatie. Hiertoe behoren houding en beweging, plaats in de ruimte, gebruik van tijd en intonatie bij de spraak. Non-verbale communicatie is beter bekend alslichaamstaal. Non-verbale communicatie is echter meer dan alleen lichaamstaal.

 

Non-verbale communicatie en lichaamscommunicatie zijn niet hetzelfde. Lichaamscommunicatie is wel een belangrijk onderdeel van de non-verbale communicatievorm.Er zijn voorbeelden van non-verbale communicatie die geen voorbeelden van lichaamscommunicatie zijn, zoals een vlag op een schip, het verpleegstersuniform, het kruisspeldje van een gediplomeerd verpleegkundige. 
 
(F.R. Oomkes )

Wat zie jij aan iemands lichaamstaal?
zijn of haar gedachten
zijn of haar gevoelens
zijn of haar mening
zijn of haar belangstelling
zijn of haar karakter
zijn of haar respect
zijn of haar gezondheid
zijn of haar eerlijkheid
zijn of haar spanning
zijn of haar macht
zijn of haar bedoeling

Free polls from Pollhost.com

Elk gedrag is communicatie; In contact met anderen is het niet mogelijk om niet te communiceren.

 

 

Lichaamstaal gebruiken we altijd.

 

Lichaamstaal gebruiken we altijd! Iemand aankijkenbetekent bijvoorbeeld iets heel anders dan iemand niet aankijken. Zelfs door onze aanwezigheid op zich geven we al een boodschap. In het contact met anderen is het dus niet mogelijk om niet te communiceren. Verschillende onderzoekers schatten dat minstens 70% van de communicatie tussen mensen door middel van stemklank en lichaamstaal plaatsvindt. Het meest bekend is de theorie van de Amerikaanse psycholoog Mehrabian. Hij stelt dat wanneer het om uiting van gevoelens gaat:
  • 55% van de communicatie bestaat uit lichaamstaal,
  • 38% wordt geuit door de stemklank en slechts
  • 7% wordt gecommuniceerd door middel van woorden.
Als dit zo is uiten we ons gevoel dus voor 93% non-verbaal!
Metacommunicatie: communiceren over de communicatie.

 

Waarom is de rol van lichaamstaal in verhouding zo groot?

 

Allereerst is het goed te beseffen dat we niet voortdurend praten maar wel de hele tijd signalen geven door middel van lichaamstaal, als we samen zijn met iemand anders. Verder is het zinvol om te kijken naar de verschillende niveau's waarop we communiceren. We communiceren meestal tegelijkertijd op inhouds- als op betrekkingsniveau. Met woorden geven we vooral de inhoud weer en met lichaamstaal vooral de betrekking.
Metacommunicatie: communiceren over de communicatie.

 

Inhoudsniveau

 

Als we met anderen praten, hebben we het natuurlijk ergens over. We willen de ander iets duidelijk maken over een bepaald onderwerp. Dit is de inhoud van het gesprek. Op inhoudsniveau zeggen we, of beelden we uit waar de boodschap over gaat. De inhoud van een boodschap is meestal het makkelijkst over te brengen door middel van gesproken taal of afgesproken gebaren. Omdat de betekenis van de woorden, cijfers of tekens die we gebruiken eenduidig is afgesproken, hoeft de uitingsvorm daarvan geen gelijkenis te hebben met hetgeen ermee wordt aangeduid. Het woord klok heeft bijvoorbeeld niets met tijd te maken. Om de ander te begrijpen, moet je wel zijn taal spreken. Als de woorden of signalen waarmee we communiceren geen overeenkomst hebben met hetgeen ermee wordt aangeduid, noemen we dat digitale taal.
Metacommunicatie: communiceren over de communicatie.

 

Betrekkingsniveau

 

Toch is de inhoud niet het enige dat we overbrengen in de communicatie. Tegelijkertijd met onze woorden geven we signalen die aangeven hoe we de ander zien en hoe hij onze boodschap moet interpreteren. Opbetrekkingsniveau geven we te kennen hoe we in relatie staan met de ontvanger van de boodschap en hoe de boodschap bedoeld is. Voor het uitdrukken van gevoelens en betrekkingen is de bovengenoemde digitale taal nogal ontoereikend. Het gaat ons niet zo makkelijk af om alleen met woorden duidelijk te maken wat we precies bedoelen. Wat we van de ander vinden is al helemaal niet zo eenvoudig duidelijk te maken. Woorden kunnen bijvoorbeeld veel harder aankomen dan ze bedoeld zijn. Om onze gevoelens en bedoelingen duidelijk te maken gebruiken we daarom liever een beeldende taal. Hierbij is hetgeen dat wordt uitgedrukt herkenbaar in het gebaar of teken zelf, zonder dat je dit speciaal moet leren of er iets over hoeft af te spreken. Het wijzen op je horloge bijvoorbeeld, heeft wél iets met tijd te maken. Behalve dat we op een horloge kunnen zien hoe laat het is, kunnen we er een teken mee geven dat door iedereen kan worden begrepen, zonder daar iets over te hoeven afspreken. We noemen dit analoge taal.

Metacommunicatie: communiceren over de communicatie.

 

Metacommunicatie.

 

Door communiceren op betrekkingsniveau, kunnen we de betekenis van een boodschap of zelfs van onze relatie met de ander verduidelijken. Dit kan zowel met, als zonder woorden plaatsvinden. In beide gevallen wordt dit metacommunicatie genoemd. Metacommunicatie betekent communicatie over de communicatie zelf. Spreken over relatie, onderlinge verhoudingen en gevoelens gaat ons echter vaak moeizaam af. Hoe vinden we de juiste woorden om te verwoorden wat we voelen, zonder de ander te kwetsen? Om deze reden stellen we het vaak uit om de ander te bekritiseren en geven we misschien ook te weinig complimentjes. Metacommuniceren door middel van lichaamstaal doen we echter de hele dag door en is ook veelal effectiever: een boze blik, een wegwuivende hand, een glimlach of een vriendelijk kneepje zijn vaak meerzeggend dan een moeizaam voorbereid evaluatiegesprek.
Het is makkelijker om je gevoel uit te drukken door middel van lichaamstaal, dan dit te moeten verwoorden.

 

Gevoelens uitdrukken door middel van lichaamstaal.

 

Lichaamstaal is een veel eenvoudigere manier om gevoelens uit te drukken, dan door middel van gesproken taal. Je zegt bijvoorbeeld tegen iemand niet zo makkelijk dat je hem of haar niet mag, maar door middel van lichaamstaal kun je dat goed laten merken. De (digitale) gesproken taal is dus beperkt, zodat we daarom in onze communicatie de (meeranaloge) lichaamstaal zo hard nodig hebben. Bijna alle verbale communicatie is digitale communicatie en praktisch alle lichaamstaal isanaloge communicatie. Meestal gaan gesproken taal en lichaamstaal samen. Op het moment dat iemand iets zegt, wordt tegelijkertijd informatie meegegeven door middel van lichaamstaal. Deze non-verbale extra informatie kan de inhoudelijke boodschap ondersteunen of juist tegenspreken. Van dit laatste een voorbeeld: Een patiënt in de wachtkamer van de tandarts zit heen en weer te schuiven op zijn stoel, maar zegt zich niet gespannen te voelen. Wat geloof je nu? Als iemand op deze manier zijn woorden tegenspreekt door middel van zijn lichaamstaal, wordt zijn non-verbale boodschap haast altijd als de meest ware opgevat. Het is namelijk heel moeilijk door middel van lichaamstaal te liegen. De meeste mensen zijn zich niet erg bewust van hun lichaamstaal. Als iemand liegt, kunnen we door zijn gedrag het gevoelkrijgen dat er iets niet klopt. We zijn dan het meest geneigd om op dit gevoel af te gaan en hem niet te geloven. Lichaamstaal heeft dus een grote betrouwbaarheidswaarde.

Er wordt veel waarde aan de non-verbale boodschap toegekend.

 

 

Erfelijk of jong aangeleerd.

 

Dat zo veel betrouwbaarheidswaarde aan lichaamstaal wordt toegekend, komt misschien doordat veel non-verbaal gedrag erfelijk is of al zeer jong door iedereen op dezelfde manier geleerd wordt. Het zit er als het ware ingebakken. Dit betekent

dat de hersenen van alle mensen zodanig geprogrammeerd zijn dat de hoeken van de mond naar boven worden getrokken bij vreugde, dat de wenkbrauwen worden opgetrokken en dat een mondhoek omhoog gaat al naar gelang het gevoel waarmee het brein wordt gevoed. 

 

( Julius Fast)

We kunnen gevoelens van haat, angst, genoegen, verdriet en andere primaire menselijke gevoelens kenbaar maken aan andere mensen, zonder dat te hoeven leren. Waarschijnlijk wordt ook het begrijpen van de door middel van lichaamstaal geuite emoties erfelijk doorgegeven. Dit betekent niet dat we niet vele gebaren moeten leren kennen die in de ene maatschappij iets anders betekenen dan in de andere. Veel lichaamstekens zijn niet overal hetzelfde. In de meeste Europese landen en Amerika bijvoorbeeld, schudden mensen het hoofd als ze neebedoelen en knikken als ze ja bedoelen, maar er zijn culturen, bijvoorbeeld in India of in Griekenland, waar het omgekeerde geldt: op en neer betekent nee en heen en weer betekent ja. Dit laatste zou het bewijs kunnen zijn dat deze lichaamstaal eerder is aangeleerd dan aangeboren. Hoe dan ook, de indrukken die iemand geeft op basis van zijn lichaamstaal worden eerder geloofd dan hetgeen hij zegt over zijn gevoelens. Mensen besteden vaak ook meer aandacht aan de non-verbalemetacommunicatie dan aan de woorden van anderen.

 

Het zou kunnen zijn dat we al zó vaak hebben gemerkt dat lichaamstaal meer houvast geeft dan woorden, dat we automatisch aan de woordengaan twijfelen als deze niet kloppen met de non-verbale signalen

 

(F.R. Oomkes)

Om een goede indruk achter te laten, is communicatiebeheersing belangrijk

 

 

Communicatiebeheersing is belangrijk.

 

Hoe je bij iemand over komt, wordt niet alleen bepaald door de woorden die je uitspreekt. Om een goede indruk achter te laten, bijvoorbeeld bij een sollicitatiegesprek is communicatiebeheersing belangrijk. Hierbij is ook aandacht voor je eigen lichaamstaal van belang. Lichaamstaal laat bij de ontvanger vaak slechts een onduidelijk gevoel achter. Bijvoorbeeld: "Ik heb het gevoel dat hij mij wel mag" of "ik twijfel aan zijn oprechtheid". Dit gevoel is niet eenvoudig in woorden uit te drukken en de veronderstelde betekenis is niet makkelijk te bewijzen. VolgensOomkes komt dat omdat digitale en analoge taal respectievelijk worden verwerkt in de linker en rechter hersenhelft. De rechter hersenhelft behartigt onder andere de meer gevoelsmatige processen, die gepaard gaan met herkennen van totaalbeelden (de analoge taal). Het zogenaamde intuïtieve herkennen van een ander gebaar, of gedragspatroon, het zogenaamde onbewust begrijpen van de handelingen van een ander, heeft volgens Oomkes dus niets te maken met iets onduidelijks als intuïtie. Aangezien de woordentaal van de linker hersenhelft minder geschikt is voor het verwoorden van de beelden uit de rechter hersenhelft valt het ons zeer moeilijk om indrukken van lichaamsgedrag van anderen onder woorden te brengen. Toch kunnen weleren dit non-verbale gedrag te herkennen en te vertalen.

 

tekst: Frank van Marwijk.
© Bodycom Lichaamscommunicatie
 

Maak jouw eigen website met JouwWeb