De overdracht van de boodschap.

Overdracht (psychologie)

De begrip overdracht is in de psychologie het verschijnsel dat mensen gevoelens, wensen en ervaringen uit het verleden projecteren op een ander persoon, vaak hun therapeut. De overdracht van de therapeut wordttegenoverdracht genoemd.

Inhoud

 [verbergen]

[bewerken]Overdracht

Het begrip werd ingevoerd door Sigmund Freud toen die ontdekte dat cliënten hem bijvoorbeeld als een strenge vader zagen als ze zelf door hun vader waren afgewezen, of verliefd op hem werden als ze in hem hun liefhebbende vader herkenden. In eerste instantie zag hij deze overdracht als een probleem bij de behandeling, maar al snel leerde hij de overdracht gebruiken in de therapie en stimuleerde hij het verschijnsel zelfs. Door met zijn cliënten hun overdracht te analyseren kwamen ze snel tot inzicht. Een voorbeeld is een cliënt die boos wordt omdat zijn therapeut te weinig voor hem doet en vervolgens wil stoppen met de therapie. De analyse richt zich dan op vragen als: voelt de patiënt dat andere mensen ook te weinig voor hem doen of in het verleden hebben gedaan? Gebruikt de patiënt woede wel vaker als pressiemiddel? Loopt hij snel weg als hij niet krijgt wat hij wil?

Een probleem bij het analyseren van overdracht is dat deze zich vaak heftig voordoet in het begin van de therapie, waar er nog geen wederzijds vertrouwen is om de overdracht te analyseren.

Overdracht is het herhalen in het hier en nu, van een patroon uit een belangrijke relatie uit het verleden, in een poging tot deze relatie gezond is. Er is verschil tussen overdracht en projectie: bij overdracht gaat het om de poging om iets te herstellen wat eerder in je oude relaties ‘fout’ ging, bij projectie kan het bovendien óók nog gewoon gaan over je eigen gevoelspatronen en overtuigingen. Projectie kan dus over meer gaan dan overdracht, overdracht gaat alleen over de poging tot herstel van oude relatiepatronen.

[bewerken]Tegenoverdracht

De term tegenoverdracht wordt in meerdere betekenissen gebruikt:

  • de eigen overdracht van de therapeut op de patiënt

Deze overdracht hoeft niet per se gestimuleerd te zijn door de overdracht van de patiënt, maar kan ook samenhangen met eigen associaties die de patiënt oproept.

  • de eigen onbewuste overdrachtsreactie van de therapeut op de overdracht van de patiënt

Deze overdracht is een reactie op de overdracht van de patiënt. Wanneer de patiënt op de therapeut reageert zoals op zijn autoritaire vader, kan het dat de therapeut onbewust in de rol van autoritaire vader gaat staan.

  • de bewust gekozen, complementaire reactie van de therapeut op de overdracht van de patiënt

Bij deze tegenoverdracht maakt de therapeut bewust gebruik van de overdracht die de patiënt manifesteert. Dikwijls is overdracht voor de patiënt een onbewuste vorm om een problematische relatie uit het verleden te herstellen. De therapeut kan door zijn houding en gedrag tegenover de patiënt bewust die dingen doen die deze verzoening bevorderen.

[bewerken]Noodzaak van herkenning van overdracht

Voor overdracht en tegenoverdracht geldt niet de vraag òf je patronen uit vroegere relaties herhaalt, maar wàt je herhaalt. We herhalen allemaal patronen die we geleerd hebben uit de eerste relaties die we meemaakten: de relatie tussen onszelf en onze ouders, de relatie tussen onze ouders, de relaties met onze broers en zussen. Een leider kan minder effectief zijn, als hij/zij niet in de gaten heeft waar zijn patronen van overdracht zitten. Een coach die zich niet bewust is van zijn tegenoverdracht is niet effectief in zijn [coaching]: hij is dan onbewust in het gesprek bezig om te proberen iets te herstellen wat in oude, voor hem belangrijke relaties verkeerd ging of met onbewust te reageren op een overdracht die de patiënt aan de dag legt.

Overdracht is helaas nog steeds het meest onderschatte verschijnsel in coaching: het is één van de meest voorkomende oorzaken van haperingen in het coachingtraject. Overdracht treedt vaak op. De vraag is niet óf de coach in overdracht gaat , maar hoe en waaraan hij zijn overdracht herkent en hoe hij er vervolgens mee omgaat. Overdracht is herkenbaar aan een aantal signalen: het gesprek loopt vast, er ontstaat onenigheid, de coach heeft het gevoel, dat de cliënt de baas is in het gesprek, de coach heeft het gevoel, dat hij de cliënt moet overreden, etc. Een coach is meestal onbewust in overdracht. De patronen zijn vroeger in zijn historie óók onbewust ingezet door hemzelf, meestal om goede emotionele ‘bestaansredenen’.

[bewerken]Zie ook